zaterdag 18 juni 2011

Onderwijsjeslijstjes (deel 1)

Ik kocht een boek, een lijstjesboek.  Getiteld: List|O|Mania, een oplijsting van meer dan 30 jaar pop- en rockgeschiedenis.  Geschreven (samengesteld) door Stijn Van de Voorde (die van Studio Brussel).  Het sprak me meteen aan: het gaat over muziek!  Geschreven door iemand die er iets over weet!  Bovendien voorzien van een enorme hoeveelheid inspirerende doedels door Emma Thyssen.


Al bij het lezen van de proloog voelde ik de uitdaging om aan onderwijslijstjes te gaan werken.  Ik neem me voor dat er veel te weinig lijstjes bestaan in functie van het onderwijs.  Ok, er bestaan de zogenaamde 23 onderwijsdingen en de 23 onderwijsdingen voor het primair onderwijs.  Maar dat zijn naast lijstjes toch eerder handleidingen om leerkrachten mediawijzer te maken.  Verder heeft Klasse ook heel wat stappenplannen in de vorm gegoten van lijstjes onder de noemer 'De Eerste Lijn'.  Maar een echte verzameling van onderwijslijsten met tal van trivia, nuttige onderwijsdingen en bruikbare inhoud ben ik nog niet tegengekomen tijdens mijn webronddwalingen*.  Eigenlijk zijn dit gewoon maar uitvluchten, natuurlijk.  Het is dus ook geweldig leuk om lijstjes samen te stellen.  Het doet me denken aan High Fidelity.  Met voorsprong mijn favoriete boek, film en soundtrack.  Over muziek! En lijstjes...


Bon, lijstjes over het onderwijs, dus.  Ik heb hopen ideeën voor lijstjes  die stilaan ook al een invulling krijgen.  Het zal niet bij deze ene 'onderwijsjeslijstjes' blijven.  Vandaar 'deel 1' achter de titel.   Hoeveel het er precies worden, kan niemand zeggen.  We zien wel.  Veel plezier met het bestuderen ervan!


Hierbij mijn introlijstje.  De trouwe over-onderwijs-lezer heeft uiteraard al opgemerkt dat dit mijn 2de lijstje betreft.  In het vorige artikel over de laatste schooldagen maakte ik ook al een lijstje publiek: "waarom onderwijzers vakantie hebben".  En of dit aansprak... zie reacties op Facebook.


* Na het herlezen van bovenstaande wil ik toch nog melden dat ik een geweldige fan ben van de "# ways to use ... in the classroom" waarbij # staat voor een hoeveelheid en ... voor een fijne ict-tool.  Twitter, Wallwisher, Wordle, Technology, QR-codes, Social Media e.v.a. passeerden al de revue.  

De laatste loodjes...

De maand juni.  Het moment waar bij menig leerkracht uit het Vlaamse landschap de spanning begint te stijgen.  De vakantieplannen zijn ondertussen al gemaakt, maar de focus op leerstof, leerlingen en administratie neemt in stijgende lijn toe.  Sommigen onder ons zullen de dagen aftellen tot het zover is: 30 juni!  Dromen van de boekentas in een hoekje te gooien en languit in de terrasstoel met boek en een drankje.  Toch denk ik dat de meeste onderwijzers deze dagen anders besteden en zich niet enkel beperken tot de tijdsmeting der laatste schooldagen.


Al zijn we er ons volledig van bewust hoeveel tijd we nog hebben om alles af te sluiten wat we het voorbije schooljaar hebben opgebouwd.  De rapporten moeten op tijd klaar zijn om meegegeven te worden.  Daar zijn de gevreesde toetsen noodzakelijk voor.  Zonder toets geen evaluatie.  Deze toetsen inplannen betekent voor leerkrachten een extra inspanning.  Uiteraard moet alle leerstof gezien zijn voor de toets kan worden gemaakt.  Heel graag onderwerpen we onze leerlingen nog aan een leerzame herhaling.  Om dan uit te komen bij de uiteindelijke toets.  Ik hoorde ooit een collega vertellen dat dit de minst aangename lesuren waren van de hele schoolcarrière.  Terwijl van een leerkracht verwacht wordt zijn hele klas te helpen, die daarvoor ook volop in beweging is, is dit bij de toetsen net omgekeerd.  Stil neergezeten de klas observerend, wordt de toets afgenomen.  Daarboven moeten we onze neiging om kinderen uit problemen te helpen met de leerstof volledig achter ons laten.  Ik begrijp collega L. daar volkomen in.  Maar toch zijn zo o zo waardevol, die toetsen!  Om er nadien mee verder aan de slag te gaan.  Om de collega's van het volgend jaar de juiste informatie te kunnen meegeven.  En natuurlijk om de ouders en het volledige netwerk van de leerlingen zinvol te informeren over de leerprestaties van hun kind.



Bon, toetsen gemaakt... toetsen verbeteren... punten bekijken en ingeven... foutenanalyse maken... toetsen ter ondertekening meegeven... toetsen bespreken... toetsen op veilige plek bewaren... rapport opstellen... rapport voorzien van de nodige commentaren.  En dat allemaal liefst nog met de glimlach.


Onze eindspurt naar 30 juni bestaat echter uit meer dan alleen toetsen en rapporten maken.  Leerlingendossiers bijhouden, oudercontacten doen, nieuwe klasgroepen maken, bedankwerkjes maken voor leesmoeders, opvangmoeders en alle kostbare vrijwilligers op school.  Het zorgt allemaal mee voor de 'midden-juni-spanning'.


Voor mij werkt het om een lijstje te maken.  Een waarop ik alle taken die ik nog moet volbrengen voor 30 juni in het kort oplijst.  De lijst telt een twintigtal extra taken, momenteel.  Waarvan er ondertussen al enkele zijn doorstreept, wat zeer motiverend werkt.  De metaforische muur is niet ver meer af.  Om die te beklimmen zijn nog wat hindernissen te overbruggen.  Samen met mijn Post-it lijstje zal het me ook nu weer lukken om de andere kant van de muur te bereiken en me volledig over te geven aan de vakantiemodus.  Maar ook dan, tijdens juli en augustus, blijft mijn taak als onderwijzer door mijn hoofd spoken.  Minder gedwongen.  Mezelf klaarmakend voor een nieuw begin met een nieuwe bende in opnieuw ingericht klaslokaal.


Aan alle leerkrachten: veel plezier deze laatste dagen!  Op naar de andere kant van de muur!


vrijdag 17 juni 2011

Tussendoortjes

Ik herinner me nog goed het allereerste lesje dat ik ooit in mijn hele leven gaf.  Als achttienjarige, net in het 1ste jaar lerarenopleiding, mocht (moest) ik stage lopen bij meester W. in Turnhout.  Nog niet volledig overtuigd van de juiste studiekeuze volgde ik eerst enkele lessen die hij aan zijn klas 3B gaf.  Meester W., niet meteen het toonbeeld der moderne onderwijzer, gaf me niet echt dat veilige gevoel dat een beetje onwennige stagiair nodig heeft.  Ondertussen is hij al bijna 10 jaar onderwijzer-op-rust, welverdiend vermoedelijk.




Het onderwerp dat ik opgegeven kreeg, sprak me niet tot de verbeelding: negatieve getallen.  Erg zenuwachtig, met mijn armen geen blijf wetend, gaf ik de les die ik op papier gezet had.  Volledig uit het hoofd geleerd.  Vlak voor een klas leerhongerige achtjarigen met daarachter meester W. en mijn docente wiskunde.  Beide toepassingen met negatieve getallen, die ik kende, passeerden de revue: het nemen van de lift en de thermometer in de winter.  Ik kwam niet verder dan doceren, instructie en klassikaal oefenen.  Niet verwonderlijk dat mijn les een vol kwartier eerder klaar was dan de voorziene tijd.  Ik rammelde het af alsof het een sneltrein was.  Of de kinderen er iets van begrepen hadden?  Ik had geen idee.  Ik had mijn les gegeven.  En toen... niks meer!  De docente heeft me uit die benarde situatie gered door de kinderen en de leerstof haar volle aandacht te geven.


Op dát moment (ik keek met opengesperde ogen naar haar interactie met de kinderen) wist ik: dit wil ik ook!  Ik nam me voor om nooit nog momenten van verveling te zaaien.  Ik nam me voor om er te staan voor de klas.  Hen te boeien, hun leergierigheid aan te wakkeren en hen rijke leerstof aan te bieden.  En als, áls ik dan nog een moment zou hebben waarop ik niet precies weet welke richting het uit moet, dan nog zou ik iets betekenen in de klas.  Ik ging op zoek naar korte activiteiten die ik in de klas zou kunnen doen tijdens momentjes tussen twee lessen door.  Als afleiding van de werkdag, om de concentratie terug op peil te kunnen brengen, om de kinderen te doen ontspannen.  Maar natuurlijk ook gewoon omdat het leuk is!


Stilaan breidde mijn verzameling tussendoortjes uit tot een massa die onmogelijk nog zo maar uit de mouw geschud kon worden.  Wat duidelijk wél de bedoeling is van een tussendoortje.  Ik maakte fiches met daarop tekst en uitleg van de korte activiteiten die ik lamineerde en in een vrolijk valiesje stak.  Een valiesje dat altijd in de buurt staat en dus zo maar te pakken valt.  Dat valiesje is ondertussen mijn survivalkit geworden voor korte momentjes.  Er zitten tegenwoordig niet alleen de kleurrijke fiches in.  Ook de weinig nodige spulletjes voor de tussendoortjes kunnen erbij: elastiekjes, een wc-rolletje, luciferdoosje een stukje touw, een blinddoek en een muntstuk.


De meeste tussendoortjes in het boekje hieronder zijn bedoeld voor kinderen van de lagere school.  De aandacht gaat hier voornamelijk naar het plezier ervan.  Toch zijn heel wat tussendoortjes ook nuttig voor de lichaamsbeweging, ontspanning, het welbevinden van de leerlingen, als geheugentraining of het leren samenwerken.  Sommige spelletjes kunnen ook gebruikt worden ter kennismaking.











Heb je graag een printklaar exemplaar (A4, .pdf) om meteen te kunnen gebruiken, plaats gerust een reactie of mail me.



Meer tussendoortjes zijn te vinden bij Klascement of Onderwijs Maak Je Samen.



zondag 12 juni 2011

Tekeningetjes maken

ASSOCIËREN DOOR TE TEKENEN
In het artikel 'associëren kan je leren' vertelde ik al over de woordenwolkjes die wij telkens bij een thema WO maakten.  Het nieuw gestarte thema 'dieren' kreeg zo ook een geweldig woordenweb.  We verbraken zelfs ons klassikaal record in aantal woorden.  Het onderwerp spreekt natuurlijk wel erg tot de verbeelding van de kinderen.  Al gauw moest ik ze afremmen in het benoemen van alle diersoorten die ze zich maar konden voorstellen.  Met vragen als 'wat doen dieren?', 'waar vind je dieren?' en 'ken je bekende dieren?' stuurde ik hen toch nog wat andere richtingen uit.  Ik denk dat we ruim 100 woorden konden verzamelen.

Tijdens het hoekenwerk dat hierop volgde, mochten de kinderen traditiegetrouw hun mapje opfleuren met hun tekenkunsten.  Ze doen dit graag!  De kinderen fantaseren erop los en bedenken de gekste situaties waarin de dieren voorkomen.  Enkelen ontwierpen zelf een eigen diersoort, anderen vroegen dierenboeken om zo realistisch mogelijk te werken.  De associatiehoek was opnieuw een succes.  En hoewel hier vooral het denkproces in de kijker staat, mogen de resultaten best gezien worden!

VRIJ TEKENEN MET BEPERKING
Al vaker viel het me op dat kinderen heel geconcentreerd bezig zijn als je ze vrij laat tekenen.  Kinderen vinden het fijn om eens zelf hun onderwerp te kunnen kiezen.  Heel vaak gaat dit gepaard met de periode van het jaar (Sinterklaas, lente, vakantie, ...) en wordt dit 1 grote tekening waarbij het hele blad gevuld wordt.  Een leerkracht zou een leerkracht echter niet zijn als hij aan een vrije opdracht geen doelbewuste beperking oplegt.  Zo kan je hen bijvoorbeeld enkel met (variaties van) blauw laten werken.  De vrije tekening wordt beperkt door de kleur.  Kinderen zullen op zoek gaan naar zaken die voor hen blauw kunnen zijn of ze koppelen de kleur aan een gevoel dat hun tekening zal sturen.  Zo ontstaat  een volledig ander beeld en ontdekken de kinderen de mogelijkheden van beperkingen.

In de loop van het schooljaar werken onze eenaatjes regelmatig aan hun tekenvaardigheden.  Af en toe zetten we de banken in een vierkant.  Alle kinderen krijgen een blad waarop ze gedurende 3 minuten hun ding kunnen doen.  Na het signaal geven we het blad in wijzerzin door waarna het kind zaken bijtekent binnen het oorspronkelijk gekozen thema.  Hiervoor krijgen ze slechts 1 minuut de tijd.  Veel tijd om na te denken is er niet.  De kinderen worden verplicht om snel associatief te denken.  Na de minuut worden de bladen weer doorgegeven totdat die terug bij de eigenaars zijn.  Elk kind krijgt dan een blad met een zelf gekozen thema waaraan alle kinderen van de klas hebben gewerkt: verschillende stijlen, veel ideeën.  

DOEDELEN 
Als kinderen vrij willen tekenen in de klas, wil ik dat graag stimuleren.  Iedereen heeft een A5je dat gebruikt wordt als volgkaart bij het werken.  Een kaart om te telkens onder de volgende oefening te leggen.  Als de taken gemaakt zijn, mogen ze deze omdraaien om hun hersenkronkels erop neer te kladden.  Je ziet niet enkel hun tekenvaardigheid verhogen, maar ook hun creatief denkvermogen.  Ze zoeken naar datgene dat past bij hun compositie.  Sommigen tekenen erg figuratief, anderen werken eerder abstract.  Maar allemaal doen ze dit heel precies.  De beperking van tijd en ruimte wordt hen opgelegd: een A5je is niet groter dan 15cm x 21cm en hier moeten ze een hele periode mee overbruggen (totdat het schriftje uit is).  Ze worden als het ware verplicht om essentieel te denken: wat is de moeite om aan mijn doedels toe te voegen?  


Om tekenvaardigheden bij kinderen te stimuleren, zijn er tal van publicaties op de markt.  Als grote fan van Kapitein Winokio raad ik iedereen het aaiBoek aan.  Verder zijn er ook Het Grote Jongens Tekenboek en Het Grote Meisjes Tekenboek van Andrew Pinder, waarin kinderen naar hartenlust kunnen doedelen.  Laat de fantasie maar werken!
Om inspiratie te krijgen voor het maken van knappe doedels, bezorg ik de kinderen af en toe een doedelkleurplaat.  Op Patterns For Colouring vond ik er heel wat, te gebruiken in verschillende thema's.  


bronnen: