woensdag 14 september 2011

"Bonzoer! Ooievaar!" een nieuwe taal...

Onze school koos ervoor om vanaf dit schooljaar te starten met vreemde taleninitiatie Frans.  Al vanaf de 3de kleuterklas krijgen de kinderen het Frans voorgeschoteld in muzische activiteiten.  Het is hier niet de bedoeling dat de kinderen een echte Franse les krijgen.  Het mag en moet zelfs plezant blijven.  Vrijblijvend ook.


Om een verticale lijn te behouden, kozen we eind vorig schooljaar voor de methode Pistache (uitgeverij Die Keure).  Pistache vergelijkt de taalinitiatie en -sensibilisering met het leren zwemmen.  Voor een kind kan zwemmen heeft hij watergewenning nodig.  Dat wordt verkregen door waterspelletjes.  Langzamerhand durven ze dan kopje onder gaan. Om nog later met hulp te kunnen drijven en bewegen in het water.  Daarna pas zijn ze klaar voor de eigenlijke zweminstructies.  Er kan dus een hele weg afgelegd worden alvorens de kinderen in de 3de graad hun leerstof Frans voorgeschoteld krijgen.  Pistache kiest ook doelbewust voor een taalbad.  Kinderen beleven hierdoor plezier aan hun eerste kennismaking met het Frans.  Het bouwt het zelfvertrouwen op en werkt aan de succesbeleving.  Hierbij is de kennis dan ook van ondergeschikt belang.  Een attitude ontwikkelen om de Franse taal te gaan gebruiken waar nodig is eens zo belangrijk.


Ik startte vandaag met mijn eerste activiteit initiatie Frans: "L'école de Pistache".  Pistache is onze klaspop die de kinderen al vanaf 1 september in de klas zagen.  Vaak werd gevraagd wat die muis in onze klas kwam doen.  Hij staat ook bij op onze klasfoto die we trokken voor in de krant.  Toch hadden we er nog nooit iets mee gedaan.  Telkens ik er een vraag over kreeg, was het antwoord hetzelfde: "Die muis heet Pistache, en die spreekt alleen maar Frans".  Het prikkelde hun interesse.  Vanmorgen werd zelfs voor de eerste keer gevraagd wanneer die koffer eens open mocht.  De kinderen waren er duidelijk klaar voor, hun geduld voldoende op de proef gesteld.


Na het enthousiast introductielied ("Bonjour!"), nodigde ik alle kinderen uit in de zithoek voor een kennismaking met Pistache.  Enig probleem: niemand verstond die vreemde muis.  Twijfel stond duidelijk op hun gezichten.  Sommigen waagden zich aan een handje schudden met de pop, die vrolijk "Bonjour!" bleef zeggen.  Heel aarzelend kwam er al eens een "Bon Zoer" terug.  Hierna waagde Pistache zich toch al eens aan een zinnetje.  Met hand en tand, welteverstaan.  "Je suis Pistache." werd afgewisseld met "Je m'apelle Pistache."  Nog steeds met een vriendelijke, maar duidelijkere "Bon Zoer" als reactie.  Ik zag aan hun gezicht dat ze er wel van genoten om een taal te ontdekken.  Er werd niets vertaald, maar toch traden ze in dialoog met onze Franse muis.  Na een "Je suis Pistache. Et toi?!" kwam er toch al eens een naam naar boven.  Heel mooi om zien hoe de kinderen dat gewenningsproces ondergingen: van vragende, afwachtende houding, naar een enkeling die toch iets kan/durft terugzeggen, tot bijna iedereen die een vraagje kan verstaan en hierop zijn naam antwoord.  Zonder ook maar 1 vertaling te maken.


Pistache is een contextuele methode.  Door de situatie wordt duidelijk wat er bedoeld wordt.  Het is niet de bedoeling om in het 1ste leerjaar de woorden 'van buiten' te leren zoals in de 3de graad soms nog wel het geval is.  In het verhaal dat op de kennismaking volgde, werd dit al snel duidelijk.  Met een groot prentenboek op mijn schoot, liet ik Pistache zijn verhaal doen.  Terwijl wees mijn andere hand de handelingen aan op de kijkbladen.  Met hand en tand, opnieuw.  Door mijn handelingen werd heel wat duidelijk.  De schroom bij de kinderen was weg en ze leken er enorme deugd aan te beleven de dingen te ontdekken.  Als X. riep: "Ik versta er niks van!" antwoordde A.: "dulei betekent melk".  De zin: "Elle doit faire pipi" hadden ze als bij wonder allemaal meteen door.  Na het verhaal volledig te hebben beluisterd, kreeg ik de vraag om het opnieuw te vertellen, wat ik ook deed (maar sneller).  De eerste zin was nog niet uit of B. vroeg zich af of we dit verhaal eigenlijk ooit nog in onze taal zouden horen.  Niet dus.  Pistache spreekt Frans en begint zich daar alsmaar beter bij te voelen.


Terug naar onze plaats voor een bewegingslied: maman Pingouin.  Een geweldige doe-mee-song!  We hebben gedanst, gelachen, gesprongen en af en toe ook eens een heel klein woord, of zelfs een klank meegezongen.  't Was tof!  Die eerste 'les' Frans in het 1ste leerjaar!  Die gaan we niet gauw meer vergeten. De kinderen hebben er enorm van 'geleerd'.  Net als hun meester.  En juist zoals hen is hij geëvolueerd van gezonde angst om Frans te gebruiken naar gewoon doen en ervan te genieten.


Tijd om afscheid te nemen, dan:
- "Au revoir, tout le monde."
- "Ooievaar, Pistache."


Zin in Frans met jonge kinderen?  Deze sites kunnen u helpen:
Meer Franse kinderliedjes op Youtube vind je hier.
De spelletjessite Poisson Rouge heeft heel wat Franstalige activiteiten waarvan er enkele zeer bruikbaar zijn bij de activiteiten vreemde taleninitiatie Frans:





zaterdag 10 september 2011

Goedenavond beste ouders...

Zet onderwijzers voor een klas kinderen en ze vertellen de wonderlijkste verhalen.  Vervang die kinderen door hun ouders en menig onderwijzer spurt vooraf nog even naar het toilet om de nodige zenuwen weg te werken.  Bij mij is dat niet anders.


"Goedenavond, beste ouders.  Welkom in de klas van uw kind!"
Zo begon ik voorbije donderdagavond rond half acht mijn uiteenzetting over het leven in het eerste leerjaar.  Alle ogen op mij gericht.  Verwachtingen over deze avond en het komende schooljaar flitsen door de ogen van mama- en papalief.  Ik hoop dat de twijfel in mijn stem niet heel erg hoorbaar was.  Ik vertel dat de leerkrachten van het eerste leerjaar zich erg bewust zijn van de grote stap van kleuterschool naar lagere school.  Zowel voor de kinderen, maar ook voor de ouders.  Daarom proberen wij een gemoedelijke sfeer te creëren in de klas.  Veel dingen die de kinderen leerden in de kleuterschool nemen wij over.  Herkenbaarheid is belangrijk!


Na een beperkte inleiding over de grote stap naar de grote school, zeg ik nog gauw dat de ouders mij gerust mogen onderbreken als iets niet duidelijk is.  In de klas schaam ik me er gewoonlijk niet voor om dingen tot drie maal toe te herhalen.  Maar de aanwezige mama's en papa's zouden me, vermoed ik, toch vreemd bekijken als ik enkele keren na elkaar zeg dat we een bepaalde schrijfmethode hanteren omdat die het natuurlijke schrijfproces aanwakkert.  Toch kan het dan zijn dat, net door een bepaalde gekozen verwoording, de boodschap niet geheel duidelijk overkwam.  Moeilijk inschatten als onderwijzer voor wie de klaszaken ondertussen vanzelfsprekend lijken.


Een blik op het verloop van een klasdag, dan.  "Er gebeuren zoveel nieuwe dingen in het 1ste leerjaar, dat wij proberen dit voor ons en de kinderen zo gestructureerd mogelijk laten verlopen.  's Ochtends, nadat we ons hebben klaargemaakt, starten we onze dag in de zithoek, een ritueel dat de kinderen van de kleuterschool herkennen."  Geknik.  "We vertellen er de belangrijkste gebeurtenissen die geweest zijn of nog zullen komen.  Met vraagjes als 'Hoe was je weekend?', 'Wat ga je doen deze week? en 'Wat staat er vandaag op het programma?' hoop ik het tijdsbesef van de kinderen aan te scherpen."  Daarna volgt de uitleg van de vier kalenders die aan het gebeuren in de zithoek zijn gekoppeld.  Met een voorbereid grapje maak ik de ouders duidelijk dat het kalenderblaadje geen huiswerk of strafwerk is, als deze in de postkaft zit.  Haha!  Het verschil tussen de voormiddag- en de namiddaglessen wordt nog uitgelegd.  Een verschil dat bepaald wordt door de spanningsboog van mijn dagelijkse publiek.




Het loopt goed.  De trein is vertrokken.  Ik merk dat ik steeds minder op mijn blad kijk, maar dat mijn presentatie toch naar behoren verloopt.  Gestructureerd ook wel, daar had ik vooraf al over nagedacht.  Waarvoor maakte ik me eigenlijk zorgen, vooraf?  Ik probeer niet te snel te spreken.  In de hoop dat alles duidelijker overkomt en beter bewaard blijft.  Met een zachte toon ook.  Gemoedelijkheid... om de stap van kleuter- naar lagere school te verkleinen... ook voor de ouders!



"Voor lezen gebruiken wij de fantastische methode Veilig Leren Lezen, waarbij de kinderen op een veilige, gestructureerde en natuurlijke manier leren lezen.  We vertrekken telkens vanuit een woord binnen een bepaald thema.  Uit dit woord lichten we telkens 1 letter uit.  Waarmee geleidelijk aan weer nieuwe woorden gemaakt kunnen worden.  Hiervoor maken we enkel nog maar gebruik van drieletterwoorden.  Onze letterdino helpt ons hierbij."  Er volgt een korte demonstratie van letters die in de kop, buik of staart worden gehangen, zodat er woorden ontstaan.  Ik hoor enkele denkbeeldige ah's en jaja's.  Mijn publiek lijkt nog geboeid, dus ga ik verder met vertellen.  "Op dit moment kunnen enkel nog maar 3 woorden en 3 letters lezen: de rrrr, de mmmm en de i.  Hiermee kunnen we nog geen nieuwe woorden maken."  Rim en Mir bestaan immers niet.  Ineens besef ik dat ik vergeten ben mezelf voor te stellen.  Oeps!  daar lijkt het me nu te laat voor.  Ik had gepland om in 1 zin mijn gezin kort uit te leggen en 1 zin te besteden aan mijn Qworzócarrière die ondertussen bestaat uit 10 schooljaren.  Ik doe mijn best me hierdoor niet van de wijs te brengen: "Leren lezen is vaak oefenen," ga ik verder: "ook een goede en vlotte letterkennis is noodzakelijk.  Dit oefenen de kinderen door die dikwijls te herhalen."


 Na het leesproces zo duidelijk mogelijk te maken, volgt een blok over schrijven.  We oefenen even onze pengreep met de potloden die klaar liggen.  Ik ben ondertussen voor de eerste keer eens van mijn stoel gewipt om materialen te halen en te demonstreren.  Ik voel me best lekker in mijn vel.  Het lijkt me tóch te liggen, zo'n klas vol ouders.  Ik ben de stilte en rust die ik nu hoor en voel niet gewoon in deze ruimte.  Normaal gesproken wordt hier hard gewerkt, gespeeld, verteld, samengewerkt en gedacht.






Ik licht regelmatig tijdens mijn uiteenzetting toe dat vijf- en zesjarigen 'echte hier-en-nu-mensjes' zijn.  Om bepaalde keuzes en werkingen te bekrachtigen.  Alles wat hier en nu gebeurt, is van belang.  We passen onze thema's ook aan aan de periodes van het jaar.  Daarom maak ik de kinderen in de klas herhaaldelijk bewust van de tijd en ruimte.  Wiskunde en WO passeren de revue.  Met enkele voorbeelden van lessen hoop ik de ouders meer inzicht te geven in mijn lesinhoud.  Het stelt hen duidelijk gerust dat veel lessen in het eerste leerjaar voornamelijk doelessen zijn.  Door ondervinden en ontdekken leren jonge kinderen immers enorm veel.  We maken hier dan ook graag gebruik van.  We stappen de natuur in voor een les over het bos, bekijken mama paard met haar veulen als we het over jonge dieren hebben en we zullen bijvoorbeeld onze fiets poetsen als les techniek.  Bij dit laatste voorbeeld zie ik enkele papa's instemmend knikken en hoor ze bijna denken dat "hunne koersfiets in goei handen zal zijn".


Ik haal de vakken muzische vorming, lichamelijke opvoeding en levensbeschouwing nog boven.  Blijf nog voldoende stilstaan bij ICT en vreemde taleninitiatie Frans (wat nieuw is op school).  Om daarna het huiswerk, de agenda en het rapport toe te lichten.


Voor ik het besef, zijn er twee volle uren om.  Ik ben de klok volledig uit het oog verloren.  Ik had een geboeid publiek.  Aan het begin misschien wat onwennig: "Wat gaan we hier allemaal te horen krijgen?" Maar op den duur meer interactief.  Het leek me alsof we samen ontdekten wat er ons in het eerste leerjaar allemaal te wachten staat.  Een ontdekking die zowel mij als de ouders wel leek te liggen.  Na de enkele vragen te hebben beantwoord, was het tijd voor koffie!  De klas loopt leeg.  Ouders lossen hun babysit af of blijven nog wat nakaarten in de refter met een kopje thee of koffie.  Ik stel mezelf de vraag of het allemaal wel duidelijk was.  Het duurde lang en was misschien wel veel, te veel, info.  Ouders verdwijnen uit de klas met een gevoel.  Welk gevoel zou dat zijn?  Ik hoop hen te hebben meegegeven dat ik er ben voor hun kinderen én voor hen.  Ik hoop ook dat ik mijn passie voor onderwijs duidelijk heb kunnen maken.  Dat ze weten dat hun kinderen op school in goede handen zijn.  Ik heb met geen woord over het belang van welbevinden van de kinderen gesproken.  Toch denk ik dat die boodschap duidelijk was.  Want dat is waar ik in de eerste plaats aan wil werken!  Kinderen die zich goed voelen in hun vel, in hun klas, op school... zijn toe aan leren.


Ik rijd met een fijn gevoel naar huis en neem me voor om volgend jaar net voor het klasmoment niet opnieuw naar het toilet te hollen.