woensdag 19 oktober 2011

Verzamelzucht der onderwijzer

Als onderwijzer hebben wij de taak om de kinderen in de klas over de wereld te leren en ermee te leren omgaan.  En liefst nog zo grondig mogelijk.  Vertrekkend van de leefwereld van het kind zelf breiden we deze wereld stilaan uit naar familie, de omgeving, de gemeente, het land, de buurlanden, het continent, de planeet en zelfs daarbuiten.  Deze reis gaat niet enkel over de dag van vandaag, maar kan door een fictieve teletijdmachine ook in het verleden of zelfs de toekomst plaats hebben.  Zo leren we kinderen omgaan met begrippen als tijdsbesef, evolutie, verschillen, ruimtebegrip, communicatie, verandering, zelfkennis, materie, kennis en nog zo veel meer.  Alles wat we tijdens die trip tegenkomen, kan de revue passeren.  Er wordt stilgestaan bij de natuur in bepaalde seizoenen.  We bekijken en bespreken verschillende landen en volkeren.  Kinderen komen in contact met het leven van ouders en grootouders.  Ze bestuderen en ontdekken zelfstandig verschillende diersoorten.  De delen van de wereld die we niet in real life kunnen bewonderen, brengen we naar ons toe. 

MOOIE PLATEN
Om dat onderwijs zo boeiend mogelijk te houden, proberen we als leerkracht de kinderen actief en visueel aan het werk te zetten.  Regelmatig zal de klas een stapje in de wereld zetten om deze van naderbij te bestuderen.  Een herfstwandeling, uitstap naar dierentuin of boerderij, bezoek aan de fruitwinkel of het rusthuis, verkenning van de schoolomgeving, ... .  De wereld leer je ten slotte kennen door die te gaan gebruiken.  Natuurlijk is dit niet voor alle lessen mogelijk.  Sommige delen van onze te bestuderen wereld zijn te groot, te klein, te ver, te gevaarlijk, te fictief, te lang geleden, te ... om ernaar toe te trekken of in de klas te krijgen.  De inventieve leerkracht heeft natuurlijk al heel lang door dat voor elk probleem een oplossing bestaat en vond een antwoord op de vele vragen van de leergierige klas kinderen.  De geboorte van het didactisch materiaal!  Een onderwijskundige term die mij doet terugdenken aan mijn stagetijd en me daarom ook nog steeds doet beven.  "Zorg ervoor dat je didactisch materiaal tot in de puntjes in orde is!" werd ons regelmatig ingepeperd.  We werden er ook op geëvalueerd en gequoteerd.  "Mooie platen," las ik geregeld op mijn lesevaluaties.  Met dank aan 'tante nonneke', die blijkbaar een enorme hoeveelheid kalenders bezat en het ge-wel-dig vond dat kleinachterneef (als dat zou bestaan) voor onderwijzer studeerde.  Elke maand een nieuwe lading mooie platen.  

Ondertussen ligt de tijd van de mooie platen al lang achter me.  Deze werd vervangen door didactische posters en daarna door een kijk op de wereld via de computer en het digibord.  De posters worden nog wel eens gebruikt om het thema aan te kondigen op de prik- of magneetborden.  

VERZAMELEN GEBLAZEN
Toch neemt hierdoor de verzamelzucht van de leerkracht niet af.  Schelpen, balletjes, dobbelstenen, vingerpopjes, wol, koffertjes, koekentrommels, verkleedspullen, autowieltjes, kazoos, muziek, boekjes.  Bolletjes, belletjes, spulletjes en prulletjes.  Waar een onderwijzer ook gaat of staat, altijd houdt hij er rekening mee dat wat hij ziet, hij misschien kan gebruiken voor in de klas.  Een gigaposter over fruit bij de supermarkt.  Lapjes stof die niet meer verkocht geraken op de markt.  Playmobilfiguurtjes op de rommelmarkt.  Alles kan gebruikt worden in de klas.  Alles kan er toe dienen om de wereld duidelijk te maken aan kinderen.  Zelfs lege botervlootjes en appelschaaltjes worden bijgehouden.  Ik heb zelfs de oude Ik moest het ooit maar eens kunnen gebruiken in de klas.  De meerderheid wordt vooraf eerst thuis gespaard, allemaal bij elkaar in stevige plastieken zakjes.  Met de bedoeling natuurlijk dat dit ooit in de klas terechtkomt én gebruikt zal worden.  Echt waar!  Met soms welgemeende excuses voor de gezinsleden.  Wanneer de stapel me nuttig lijkt voor gebruik, worden de tasjes één voor één mee naar school gezeuld.  Om daar vaak in de kast te verdwijnen voor een tijdje. 

Tante nonneke is niet meer; jammer.  Toch blijven die bruikbare spullen binnenkomen.  De wereld weet tenslotte dat je leerkracht bent.  Een zakje oude wol van de oma.  Een mooie collectie collectie fossielen van een vriend.  Onderwerpsboeken op zolder van het ouderlijk huis.  Het blijft maar komen.  De archieven op school geraken stilaan vol.  Regelmatig worden we opgeroepen tot opruimen.  Na een maand: niks meer van te zien.  Een onderwijzer kan alles gebruiken.  Want wie over de wereld leert, moet alles daarvan kunnen zien, voelen, vastpakken, ruiken, beleven, ... .



zondag 16 oktober 2011

Klassiek op school

"Meester, dat is van de Kleine Einsteins!" 
Lang geleden dat ik die zin nog eens hoorde in de klas.  Niet dat ik plots ben opgehouden (klassieke) muziek te laten horen tijdens activiteiten, maar de huidige eenaatjes gaan er verder in dan ik ooit had durven denken.  Tijdens de tweede week in september al verraste L. me door uit volle borst "Meester, dat is van de Notenkraker" te roepen.  Hij had warempel nog gelijk ook: de mooie Notenkrakermars was nog geen minuut ver.  Het herkennen van een klassieke deun gaat dus verder dan enkel het meeneuriën.  L. liet merken dat hij het stuk al eerder gehoord had en er zelfs de titel van wist (de componist was nog een brug te ver).  Het enthousiasme van de andere kinderen dat hierop volgde over Tsjaikovski's Notenkraker deed me op zoek gaan naar een mooie versie.  Sindsdien zit het klassieke verhaal, verteld door Warre Borgmans, standaard bij in mijn iTunes bibliotheek en zijn er nog meer stukken die herkend worden als "Dat is van de Notenkraker!"


Vaker dan weleer schotel ik de kinderen in de klas hun dosis klassiek voor.  En ze genieten ervan.  Het brengt rust, evenwicht en kracht in de klas.  Het lijkt wel of de kinderen door er (passief) naar te luisteren meer gemotiveerd geraken.  Er wordt tijdens het werk al eens gelachen en gepraat over de muziek, maar gauw verandert dit terug in geconcentreerd werken.  Door de tempowisselingen en wendingen in de muziek zullen kinderen er ook niet snel genoeg van krijgen.  En niettegenstaande de soms bombastische klanken heb ik niet de indruk dat ze erdoor in de war van geraken of een drukte voelen.  Uit onderzoek van de Case Western Reserve University Cleveland (Ohio, US) is gebleken dat klassieke muziek een rustgevend effect heeft.  Het helpt stress voorkomen en zorgt voor een aangename sfeer in de ruimte.  Dat zou komen omdat het ritme van klassieke muziek deze van de hartslag benadert.  Hierdoor ga je rustiger ademen.  Dit is ook een van de redenen waarom in wachtkamers van de dokter of tandarts vaak klassieke muziek klinkt.  Dat onderzocht Karin Dijkstra van de Universiteit Twente.  Blootstelling aan muziek is geassocieerd met positieve veranderingen in de stemming van de luisteraars.  Het onderzoek toonde aan dat het draaien van klassieke muziek in de wachtkamer resulteerde in minder angst en stress.  Hetzelfde experiment met popmuziek leverde geen opmerkelijke resultaten op.  De muziekvoorkeur speelt trouwens geen rol.  Ook voor wie klassiek niet tot zijn favorieten behoort, heeft dit toch een rustgevende werking.


Een jaar geleden viel mijn oog op een krantenartikel over een lagere school in Turnhout.  Het presenteert sinds vorig schooljaar de kinderen klassieke muziek bij de boterhammetjes in de eetzaal.  De kinderen eten rustiger en na de middag zijn de leerlingen en leerkrachten minder opgejaagd.  


Om meteen de eenaatjes van klassieke muziek te kunnen voorzien, vulde ik mijn afspeellijst 'Classics voor Kids' in Grooveshark verder aan.  Hiervoor deed ik beroep op Klara's Top 75.  Een handige lijst voor de klassiekers.  



Om aan de slag te kunnen met klassieke muziek op het digibord stel ik graag dit geweldig filmpje voor.  Een Disney klassieker die de werking van een 'goed geolied' klassiek orkest weergeeft.  Geweldig voor kinderen!  Ook de samenstelling van een symfonisch orkest met de bijhorende instrumenten en klanken leert kinderen heel wat bij over muziek.


zaterdag 1 oktober 2011

Technisch proces van jonge kinderen

In een vorig artikel maakte ik voornemens om mijn lessen techniek wat grondiger aan te pakken.  Ik nam me voor om het vernieuwde leerplan techniek doelgericht te bestuderen en te integreren in de klaspraktijk.  Technieklessen voor jonge kinderen organiseren leek me niet bepaald eenvoudig.  Hoe pak ik een les aan?  Op welke lesinhouden en doelen focus ik me het best?  Welke materialen zijn veilig, zinvol en haalbaar?


Na de kinderen in mijn omgeving door een technische bril te hebben bekeken, kan ik echter besluiten dat kinderen vaak techniek ademen.  Jonge kinderen zijn erg leergierig.  Ze experimenteren hun hele dag en doen zo ervaringen op.  Spelende kinderen zijn experts in het samenbrengen van verschillend speelgoed.  Meer door toeval ontdekken ze nieuwe zaken, processen en mogelijkheden.  Door deze nieuwe dingen te ontdekken en ermee aan de slag te gaan, kunnen ze heel eenvoudig tot leren komen.  Vaak loopt dat proces erg spontaan.  Een kind brengt een knikker en een ladder van Playmobil samen en merkt dat hij een eenvoudige knikkerbaan maakte.  


Een ander voorbeeld bestaat uit zand en water.  Kinderen modder leren maken is zinloos.  De meesten van hen hebben dit al vaker gedaan.  Water en zand werken als een magneet op kinderen.  Je hoeft ze niet uit te leggen wat een combinatie ervan als resultaat heeft.  Kinderen leren dit spontaan en doen al spelend en experimenterend ervaringen op.  Hoeveel water heeft het zand nodig om kneedbare modder te maken?  Met hoeveel water maak ik een klein pelletje modder boven op het zand?  Wat gebeurt er als ik te veel water op het zand doe?


De foto van de fietsende kleuters hieronder bevestigt ook de onderzoekende houding van kinderen.  Toevallig komt de jongen in het blauwe shirt met zijn voorwiel terecht op het karretje.  Hoe geraken ze nu vooruit?  Geraken ze wel vooruit?  Moet de tweede fietser ook trappen?  Door uitproberen wat de mogelijkheden zijn, komen ze gauw tot een oplossing van hun problemen.




Onderwijzers kunnen deze honger naar ontdekking heel erg gebruiken in hun techniekonderwijs.  Kinderen staan open voor nieuwe dingen.  Ze zijn happig naar kennis en vaardigheden en leren graag bij door zelf te beproeven.


Een pedagogisch deskundige adviseerde ooit om enkele (kapotte) elektrische apparaten in de klas te houden.  Kinderen zouden hier dan aan kunnen prutsen, losschroeven, open maken, bekijken, ... .  Daar werd toentertijd erg minachtend over gedaan.  Het zou didactisch onverantwoord zijn kinderen zomaar te laten prullen.  Toch zit er een grote wijsheid in wat hij zei.  Door zelf aan de slag te gaan, ontdekken kinderen allerlei aspecten en onderdelen van de techniek achter het apparaat.  Het wekt hun interesse, wat je als leerkracht weer kan gebruiken om hen de nodige info te verschaffen.  Een horloge opendraaien vergt niet enkel de technische vaardigheid van het bedienen van een schroevendraaier.  Het kan ook een ideaal moment zijn om de werking van tandwielen nader te bekijken.  




PROCESGERICHT ONDERWIJS
Onderwijzers hebben soms de neiging kinderen te vaak met de nodige informatie te voeden.  Maar hoe leren kinderen het best?  Hoe onthouden ze het best?  Hoe begrijpen ze het best?  Door een proces af te leggen van experimenteren, ontdekken, waarnemen en creatief denken gaan kinderen de lesstof beter bevatten.  Het valt me op dat in vele lagere schoolklassen de vooropgestelde doelen heel vaak betrekking hebben op het uiteindelijke product.  We mogen echter het proces dat voorafging niet uit het oog verliezen.  Hoe kom je tot een bepaalde oplossing?  Wat heb je gedaan?  Verliep alles goed?  Heb je terwijl je bezig was nog dingen aangepast?  Door kinderen hier dieper over te laten nadenken, stimuleren ze hun denkprocessen.  Kinderen die een grondig beeld hebben van hun denkproces bij een bepaalde activiteit, zullen dit ook beter kunnen onthouden en begrijpen.  Hierdoor hebben ze de mogelijkheid om de af te leggen weg (om tot het resultaat te komen) eenvoudig maar goed te kunnen verduidelijken.  


Binnen het techniekonderwijs in de basisschool is het product vaak van ondergeschikt belang.  De technische denkprocessen daarentegen helpen kinderen verder om een beeld te krijgen van hun kennis, vaardigheden en interesses.  Door zich vragen te stellen over het afgelegde proces, bevatten ze de vraagstelling of het probleem veel beter en zullen ze bij het volgend probleem of de volgende vraag efficiënter te werk kunnen gaan.  De voorbije weken hield ik me vaak bezig met dat technisch denkproces van jonge kinderen.   Ik observeerde doelgericht kinderen in de klas en in mijn omgeving naar hun denkprocessen.  Ik trachtte er een systeem in te vinden.  Het viel me hierbij al gauw op dat hoe gestructureerd wij het proces ook kunnen voorstellen, dit bij kinderen vaak heel geleidelijk verloopt.  Er zijn haast geen merkbare overgangen tussen verschillende stappen op te merken.  Van het bestuderen van het probleem gaan ze vloeiend over in het bekijken van de mogelijkheden en nog vloeiender gaan ze aan de slag.  Terwijl ze het probleem aanpakken, wordt er constant gecheckt of alles wel naar behoren werkt.  Zo sturen (zelfs jonge kinderen) hun proces tegelijkertijd bij om tot het gewenste resultaat te komen.  Prachtig om zien!

Mijn bevindingen van deze observaties en mijn beeld op het technisch proces bij kinderen pende ik neer in een boekje.  In "Techniek op het menu: technisch proces bij kinderen in de basisschool" lees je hoe je kinderen tijdens het denkproces kan ondersteunen.  Het geeft ook een bondig idee van de inhoud van de vernieuwde leerplannen techniek.  Daarnaast trachtte ik ict en tools toe te voegen aan de lessen techniek.  Naast tools als Google Sketchup, Floorplanner of blokjes bouwen worden er interessante technieksites voor onderwijzers en opvoeders besproken.  Links naar deze websites vind je terug op http://techniek-ict.yurls.net/nl/page.


Het boekje is te downloaden via de homepagina van dit blog.  Indien dit niet lukt, volstaat een mailtje ook.





bronnen:
http://overonderwijs.blogspot.com/2011/05/twee-linkerhanden-vs-techniekonderwijs.html
http://faber.kuleuven.be/persmap/fietstechnologie/Mijn%20fiets%20dat%20is%20technologie3.pdf
http://www.wimdevries.be/talentvoortechniek/tips.htm
http://blogs.exploratorium.edu/tinkering/