dinsdag 29 november 2011

Juf/Meester Duizendpoot

DE LEERKRACHT HEEFT HET DRUK
Bart heeft dringend een zakdoek nodig.  Elise wilde zonodig in de plassen springen tijdens de speeltijd.  Filip zijn handen zijn net iets te zwart voor die sappige appel op te eten.  Nele kan maar moeilijk op haar stoel blijven zitten.  De mama van Mil komt hem iets vroeger halen.  Hij moet nog naar de logopedie.  Die invulbrief moet natuurlijk ook mee.  We mogen natuurlijk niet vergeten dat we nog dringend dat werkblad moeten kopiëren voor de les deze namiddag.  Nog even registreren wie er allemaal in de klas zit.  De afwezigheidsattesten moeten grondig bewaard blijven.  De afrekening gemaakt.  Bestellijsten op orde gehouden.  De postkaft moet gevuld worden.  Wat was het huiswerk voor vandaag ook al weer?  Dat moet natuurlijk ook nog gekopieerd worden.  


Naast het lesgeven, zijn we ook de ganse dag bezig met het opvoeden van de kinderen in de klas.  We zien ze graag en hebben er alles voor over.  Elke dag opnieuw werken we er met man en macht aan dat ze graag komen, dat ze mee kunnen, dat ze bijleren.  Het is onze taak.  Het is onze hobby, passie.  We halen er voldoening uit om de kinderen te zien groeien.  Hun lach en/of eureka-momenten maken ons blij.


Naast al die klas- en kindgebonden activiteiten, zijn er natuurlijk ook de taken 'behind the scenes'.  We mogen niet vergeten dat er morgen na schooltijd nog een personeelsvergadering gepland staat.  Hiervoor moeten de nodige documenten nog eens doorgenomen worden.  De middagmoeders vergaderen, waardoor de leerkrachten de eetbeurten opvangen.  Oudercontacten, werkboeken verbeteren, filmpjes opzoeken, foutenanalyses maken, werkgroep opstarten, goeiedag zeggen tegen een oma in de supermarkt, schoolfeest voorbereiden, knutselwerken verder afwerken, prikborden aankleden in het thema, kwasten poetsen, ... .  Het hoort erbij.  We doen het met een lach.


WAT MAAKT JE STERK? TEAMWERK!
Gisteren kwam onze werkgroep van de schoolquiz voor het eerst dit schooljaar samen.  Voor de vijfde keer op rij organiseert onze school de Qworzó Quiz.  Voor de vijfde keer op rij verwachten we een bomvol geladen eet- en polyvalente zaal.  Voor de vijfde keer op rij bestaat deze werkgroep uit ongeveer dezelfde mensen, een samenwerking tussen de ouderraad en enkele leerkrachten.  Een goed geoliede machine.  De organisatie vraagt heel wat werk, maar we kennen ondertussen het klappen van de zweep.  Welke taken vragen veel tijd?  Waarmee hadden we in het verleden moeilijkheden?  Het verslag van de evaluatievergadering van de vorige quiz werd overlopen.  Alle taken kregen een verantwoordelijke.  De inhoud van de quiz komt de volgende vergadering, binnen twee weken, aan bod.  Tegen dan hebben we onze voorlopige vragenlijst klaar.  Met volle moed en veel gezwans bereikten we het einde van de bijeenkomst.  De Qworzó Quiz zal vorm krijgen!


Door samen aan deze activiteit te werken, collega's onder elkaar, leren we elkaar op een andere manier kennen.  Vragen als "Hoe gaat het met je klas?" of "Is die toets al klaar?" komen niet meer aan bod.  Er worden persoonlijker zaken verteld.  Samen sta je met de neus in dezelfde richting.  Deze activiteit moet (opnieuw) een bom worden.  Eentje die inslaat in de school en zijn gehele netwerk.  Activiteiten als een quiz, schoolfeest, toneelvoorstelling, ... geven mensen uit de omgeving, (toekomstige) ouders, grootouders, oud-leerlingen, ... een beeld van je team en de school.  Er samen met het volle gewicht voor gaan, geeft een krachtig beeld over de school.  Deze wordt onderwerp van gesprekken.  Het lijkt wel of er vanaf dan een balletje aan het rollen gaat.  "Ik hoorde dat het toneelstuk zo knap was!" "Misschien kunnen wij volgend jaar ook meedoen aan die schoolquiz."  


Alle neuzen in dezelfde richting, dus.  Het leerkrachtenkorps treedt naar buiten als een team.  Een krachtig team.  Eentje waarvan alle leden ervoor kunnen en durven gaan.  En dat durven en kunnen tonen naar de buitenwereld.  Aan hen die dagelijks hun kinderen aan ons toevertrouwen.  Een vertrouwen dat de basis is voor goed onderwijs. 


Elk jaar opnieuw verbaast het me met hoeveel goesting de collega's meewerken aan de quiz. De start is gegeven.  We werken er verder aan tot vrijdag 10 februari.  Dat is de datum die in ons aller geheugen staat gegrift.  We bewandelen daar tegen nog heel wat wegen samen.  Alle voorstellen worden op de rooster gelegd.  Het moet tenslotte goed zijn.  Al weten we ondertussen uit ervaring dat dat niet zo eenvoudig in te schatten is.  Het tempo van werk is nu nog eerder "we zien wel wanneer het uitkomt".  Naarmate de tijd vordert, de vergaderingen sneller opvolgen en we die vrijdag in februari serieus voelen naderen, zal het werk ook toenemen.  Hoe dichter bij de deadline, hoe harder het labeur.  Maar iedereen kent zijn taken. Vaak overeenkomstig met deze van de voorbije edities.  


Ik ben benieuwd hoe deze schoolactiviteit zal verlopen.  Ik heb er zin in.  En met mij, ook de ganse ploeg.  Het gezwans van gisteren bevestigt nog maar eens in wat voor een team ik terecht ben gekomen!


Succes aan dat team!
Succes aan de deelnemers!




_____________
* Voor wie echt niet kan wachten tot 10 februari: alle vragen van de vorige Qworzó Quiz werden verzameld op deze blog.


* Voor wie bovenstaande minder duidelijk is: ik doe mijn job met geweld graag!  Ook al het werk dat erbij komt kijken!

donderdag 10 november 2011

spelen = beleven = leren

FUNKTIONLUST
Een kleuter in de klas zit alleen op de verkeersmat.  Hij rangschikt de auto's volgens kleur.  Hij gaat erg nauwgezet te werk.  De auto's worden zorgvuldig op het speelkleed gezet.  Eenmaal klaar rijden de auto's rond over de mat en parkeren ze op een andere plek, opnieuw geordend op kleur.


Een kind werpt een basketbal naar de ring.  Hij neemt de bal terug, gaat op dezelfde plek staan en gooit opnieuw.  En nog eens.  En nog eens...


Kinderen spelen graag.
Kinderen herhalen graag.
Kinderen leren graag.


Funktionlust!  Een schoon Duits woord met een nog mooiere betekenis:
Het plezier beleven aan het herhaald laten functioneren van bepaalde bewegingspatronen.  De zin hiervan ligt in het spel zelf.


Ik herinner me uit mijn kindertijd hoe ik uren op de schommel doorbracht.  Heen en weer wiegend op een bijna hypnotiserend ritme.  Tijdens het schommelen zong ik vaak liedjes.  Op andere momenten liet ik me leiden door een gevoel van zaligheid.  Eventjes aan niets denken en genieten van het moment.  Het waren de kleine dingen die me toen opvielen en me bezighielden.  Gedurende zulke herhaaldelijke bewegingen merk je hoe rijk deze kunnen zijn.  Je steekt ervan op, kan ervan leren.  Als een lemming blijf je doen wat je doet, zonder doel, maar toch doelgericht.  Het zijn structuren en verbanden die je bedenkt, een efficiëntere vorm van denken houdt je bezig.  Het doet je nadenken over het denken en de verbeeldingskracht neemt toe.  Niettegenstaande het genoegen volledig in het spel ligt, kunnen zulke activiteiten bijdragen tot een diepere kracht.  Je leert erdoor denken om een hoekje.  Opnieuw een mooie uitdrukking die ik graag leen van David van der Kooij.  Hij omschrijft het als creatief denken MET resultaat.




SERENDIPITEIT
Als kinderen spelen, improviseren en fantaseren ze erop los!  Spelen is vrijheid, eens iets anders doen, durven of zijn.  Door het spelen met materialen, leren kinderen die materie beter kennen en begrijpen.  Het leert hen nieuwe mogelijkheden ontdekken en strategieën zien.  Deze zijn vaak het gevolg van toeval tijdens het spelen.  De geschiedenis heeft ons trouwens al geleerd dat toeval een belangrijke factor is in het leren.  We leerden Amerika kennen door toeval.  Coca-Cola zou nooit zo'n multinational geweest zijn zonder toeval.  We zouden ook nooit champagne, penicilline, theezakjes, Röntgenstralen of vloeipapier kennen zonder serendipiteit.  Uit het toeval steken we veel op.  Het leert ons de dingen op een eigen manier begrijpen.  We ontdekken nieuwe functies die we ons eigen proberen te maken.  


FANTASIE
Naast alle toevalligheden en ontwikkelingen die ontstaan tijdens het spelen, zullen er ook zaken bewust ontstaan.  Kinderen leiden zelf hun denkpatronen naar nieuwe dimensies.  Ze zijn in staat om een eigen verhaal te bouwen tijdens het spel.  Aanvankelijk zitten kinderen (als peuter en kleuter) nog vooral zelfstandig in hun fantasie.  Maar naarmate de kleuter ouder wordt, ontstaat er een nieuwe relatie: kinderen ontdekken in groep de meerwaarde van samen fantaseren.  Ze aanvaarden elkaars ideeën en verbeelding en pikken er op in met nieuwe invalshoeken.  Zo ontstaat er een heel rijk spel dat kinderen verder kan doen brengen dan ze misschien ooit hadden gedacht.  Volgens het wetenschapsforum is fantasie een versoepeling en uitbreiding van persoonlijke perceptie van de werkelijkheid.  Fantasie wordt omschreven als het meest essentiële voor de persoonlijke ontwikkeling van kinderen en zelfs volwassenen.  


Fantasie ontstaat door het combineren van factoren die waar zijn, maar in combinatie tegenstrijdig zijn aan het beeld van de werkelijkheid.  Een doodgewoon potlood bijvoorbeeld kan door verbeelding vele verschillende functies krijgen: van biljartkeu tot boomstam.  Zolang de nieuwe functie binnen het verzonnen verhaal past, kan het voorwerp gebruikt worden.  


SPELEN IN DE KLAS
Wanneer kinderen de eerste stap zetten in de lagere school, zijn het al echte ervaringsdeskundigen op het gebied van vrij spel.  Tijdens hun kleutertijd kregen ze een enorm aanbod aan spelmateriaal en -mogelijkheden.  Als leerkracht in het eerste leerjaar probeer ik hier handig gebruik van te maken.  Ik ben overtuigd van de meerwaarde van spelen voor kinderen.  Naast de welbekende sociale vaardigheden werken ze niet alleen aan hun persoonlijke ontwikkeling, maar ook aan het begrijpen van structuren, probleemoplossend denken, flexibel omgaan met nieuwe wendingen en een niet te onderschatten taalgevoeligheid. 




Elke week bied ik mijn klas een nieuw hoekenwerk aan.  Tijdens dat hoekenwerk krijgen de eenaatjes steevast een speelhoek voorgeschoteld: soms een spel (met vaste spelregels), maar evenzeer vrij spel.  De zithoek krijgt dan een nieuwe functie.  Op een fluisterzachte manier spelen kinderen met de aangeboden materialen.  Omdat mijn aanbod niet zo groot is als in de kleuterschool en zeker niet om een gans jaar mee te vullen, brengen de kinderen dit vaak mee van thuis.  Via het agenda worden ouders op de hoogte gebracht van onze thema's en van materialen die in functie hiervan meegebracht mogen worden.  Het thema carnaval leent zich uitermate tot verkleden, de kinderen mogen hiervoor verkleedkleren meebrengen.  Tijdens de lente brengen ze tuingereedschap mee en toveren we de zithoekmat om tot ons tuintje dat dringend onderhoud nodig heeft.  Diezelfde mat was begin december nog een grote oceaan waar de intocht van Sinterklaas werd voorbereid met meegebrachte speelgoedbootjes.  De doktersspullen krijgen betekenis in het thema gezondheid en de autootjes komen tevoorschijn bij verkeer. 


Het geheel krijgt dat nog net ietsje meer door er extra vaste attributen aan toe te voegen.  Blauw zijdepapier op de zithoekmat stelt de zee of oceaan voor.  Witte lakentjes over de kasten of de zithoekbankjes geven het geheel een steriel ziekenhuisgevoel.  Bij het spelen met dieren uit de dierentuin, kunnen posters van wilde dieren het nog meer af maken.  De kracht van de fantasie komt vaak door die extra toets.  Het brengt de kinderen in de juiste sfeer om zich al improviserend uit te leven en er van te leren.


Het creëren van iets nieuws wordt niet bereikt door het intellect, maar door het spelen met materie. 


Kortom: spelen is leren, ontdekken, creëren, experimenteren, improviseren, fantaseren, plezier beleven, verwerken en nog zoveel meer.  En dat allemaal zonder zich ervan bewust te zijn. 

Bronnen:
http://www.leraar24.nl/dossier/131
http://denkenomeenhoekje.nl/
http://www.baby.be