dinsdag 18 december 2012

Het lesgeven zoals het is... het digibord


In mijn functie van ICT-coördinator bestook ik mijn collega's regelmatig met een vragenlijst over hun ICT-gebruik.  Ik nam me dat trouwens voor bij het opmaken van het ICT-beleidsplan.  Omdat elke klasleerkracht in de lagere school ondertussen minstens een jaar een digibord gebruikt, vond ik het tijd om het gebruik van de digiborden te onderwerpen aan een grondige evaluatie.  Via Google Drive stelde ik een formulier op dat de collega's online konden invullen.  Ondertussen kreeg ik tijdens de kostbare ICT-momenten de tijd om een globale evaluatie op te maken met als uitgangspunt alle opmerkingen van mijn collega's.  

Allereerst peilde ik naar de digibordvaardigheden bij de leerkrachten.  Met het TPACK-model in het achterhoofd splitste ik deze vaardigheden op in technisch, didactisch en vakinhoudelijk.  Hierbij werden telkens voorbeelden gegeven, zodat het verschil tussen de vaardigheden duidelijk te maken.  De keuze was telkens 'beginner', 'ervaren', 'expert'.  Opvallend bij de resultaten hier is dat bijna niemand zich een expert noemt (of durft te noemen).  Het doet me wel deugd te merken dat mijn collega's zich ondertussen veelal ervaren voelen in vooral de didactische als de inhoudelijke competenties.  Ook werd gevraagd naar de doelgerichtheid van het digibordgebruik.  Welke doelen van de ICT-diamant worden aangereikt in de klas met het digibord?  Opnieuw een trotse ICT-coördinator met erg creatieve collega's die de diamant goed gevuld krijgen met hun digibordgebruik.  



Tenslotte wilde ik ook weten welke mogelijke voor- en nadelen ervaren worden met het gebruik van het digibord.  Het zal (nog) niet verwonderen dat alle collega's het pre-digibord-tijdperk hebben meegemaakt, waardoor ze nog goed kunnen vergelijken.  Dat viel ook op in de antwoorden.  Deze werden ondertussen allemaal geanalyseerd en gecategoriseerd.  Met graagte laat ik de verwerking van deze vraag lezen.  Misschien minder interessante lectuur voor de toevallige passant.  Toch wil ik deze info niet voor mezelf houden.  Niet alleen omdat ik trots ben op de resultaten van de vragenlijst.  Het lijkt me ook nuttige info voor zij die de stap naar het digibord zetten.  


VOORDELEN DIGIBORD: 
INHOUDELIJK
Beeldwoordenboek op groot scherm:  
Het digibord verruimt het aanbod van didactisch materiaal: het zorgt voor extra beeld-, geluid- en videomateriaal.  Leerkrachten maken hier dankbaar gebruik van om hun lessen te verrijken.  Je maakt de inhoud van de lessen visueler en dus duidelijker.  Je haalt als het ware de wereld in de klas.  Dat daagt kinderen meer uit en kan hen langer boeien.   
Het digibord, met bijbehorende laptop en constante internetverbinding is een rijke bron aan informatie.  Je kan vlug info opzoeken tijdens de les (prenten, foto’s, filmpjes, …).  Een woord dat niet duidelijk is, kan getoond worden met Google Afbeeldingen, een historische gebeurtenis die passeert tijdens de les kan worden gevonden op Youtube.  Websites van organisaties, plaatsen of personen zijn met enkele drukken op de knop bereikbaar en voor de hele klas zichtbaar.  Je kan veel sneller inspelen op zaken die de kinderen aanbrengen.  Hierdoor zijn de leerlingen nog meer gemotiveerd. 
Alles kan al snel veel aanschouwelijker gemaakt worden.  De bordplannen kunnen flexibeler opgemaakt worden en worden bewaard.  Je maakt snel gebruik van kleur en verschillende lettertypes in combinatie met afbeeldingen, … .  Alles kan op die manier visueel gemaakt worden of verduidelijkt.  Het gebruik van powerpoint tijdens de les kan voor nog boeiendere inhoud zorgen. 
Dankbare bordboeken:  
De kant en klare bordboeken zorgen voor een hoop tijdwinst.  Ze helpen bij de voorbereiding en organisatie van de les.  Ook thuis kan je ze nog even raadplegen zodat de papieren versie niet meer in de boekentas hoeft.   
Veel bordboeken zijn interactief.  De kinderen worden tijdens de instructie of verwerking uitgedaagd mee na te denken over de inhoud van de les.  Ze worden aan het bord verwacht om bepaalde oefeningen actief op te lossen.  Sommige methodes bevatten zelfs audiobestanden, waardoor geprul met cd-speler of Media Player verleden tijd zijn.   
Door het gebruik van de bordboeken is het zeker voor de zwakkere leerlingen gemakkelijker om goed mee te kunnen volgen.  Wat voor de leerkracht heel wat tijdwinst oplevert.  Alle leerlingen kunnen perfect volgen welke oefeningen er gemaakt worden. 
Via het kopieerapparaat worden werkbladen ingescand die op het digibord gezien kunnen worden.  Deze pdf’s kunnen bewaard worden op de klascomputer, zodat ze steeds te raadplegen zijn.  De digibordsoftware zorgt er ook voor dat je terwijl ook kan werken op het digitale werkblad.   
DIDACTISCH 
Actief aan het digibord:  
Het digibord daagt de leerkracht uit om andere werkvormen te gaan gebruiken.  Het valt op dat er regelmatiger hoekenwerk wordt geprogrammeerd, waarbij het bord een van de hoeken is.  Zo werken de leerlingen op een actieve manier en wordt het digibord geïntegreerd in het leerproces.  De kinderen willen ook erg graag aan het digibord komen.  Ze worden erdoor geprikkeld om tijdens instructies of klassikale momenten actiever mee te werken.  In de hogere leerjaren brengen de leerlingen hun werkstuk voor aan de hand van zelf gemaakte presentaties: een boekverslag, spreekbeurt, … .   
Veel leerkrachten gaan actief op zoek naar bruikbare digibordtoepassingen voor hun onderwijs.  Het grote aanbod aan leerspelletjes kan voor een boeiende, motiverende inoefening van de leerstof zorgen.  Omdat de manier van werken met het digibord verschilt van dat met het (groene) krijtbord, is het lesgeven op school verandert.  Enkele leerkrachten gaven aan dat dit voor hen aangenamer lesgeven betekent. 
TECHNISCH
Technologie kent weinig grenzen:  
Lessen voorbereiden gebeurt tegenwoordig meer op de computer.  De les- en bordplannen worden op voorhand gemaakt.  Powerpoints en andere presentaties worden in elkaar gestoken en bewaard.  Een gegeven les kan heel gemakkelijk terug opgeroepen worden om de leerstof van eerder te herhalen of kinderen die afwezig waren nog bij te kunnen werken.  
De digibordsoftware bevat heel wat nuttige functies.  Met de herhaalknop kan opnieuw bekeken worden hoe een woord of (hoofd)letter geschreven wordt.  De zoomknop zorgt voor duidelijk zichtbare tekst voor de hele klas.  Met de markeerstift blijft de tekst eronder nog steeds zichtbaar.  Rechte lijnen, cirkels of vierkanten tekenen doe je in een handomdraai.  Deze functies zorgen opnieuw voor heel wat tijdwinst tijdens het lesgeven. 
Door het dagelijks gebruik van het digibord, komen kinderen steeds vaker in contact met ICT.  Het valt op dat ze almaar vaardiger worden in het gebruik van ICT-middelen.  Minder ICT-vaardige leerkrachten kunnen soms hulp inroepen van hun leerlingen bij kleine problemen.
Er bestaat een enorme hoeveelheid bruikbare online tools.  Omdat het digibord rechtstreeks aan het internet  is gekoppeld, kunnen deze digitale instrumenten onmiddellijk gebruikt worden in de klas.   
NADELEN DIGIBORD: 

INHOUDELIJK 
Moeilijke vakken:  
Sommige vakken zijn behoorlijk moeilijk om te geven met het digibord.  Voor kleinere kinderen is de digipen te dik om nieuwe letters te schrijven op het bord.  Het induwen van de punt van de digipen zorgt hierbij voor een extra moeilijkheid.  Actief meten met het digibord is natuurlijk ook moeilijk.   
Verwend:  
De leerlingen zien de layout van hun boek ook op het bord staan, dus zijn ze eigenlijk een beetje verwend (of lui?).  Als het bord eens een keertje niet werkte, dan waren er enkele leerlingen die niet meer wisten waar ze iets moesten op schrijven. 
TECHNISCH 
Kwetsbare technologie:  
Het optimale gebruik van het digibord is erg afhankelijk van de werking van het internet.  Als dit te traag of niet werkt, lijkt heel je les in het water te vallen.  Gelukkig zijn er nog zijborden waarop met whiteboardstift geschreven kan worden.  Regelmatig komen er wel eens problemen voor: de pen die niet werkt, de projectorlamp die het begeeft, een website die niet geopend kan worden, … .  Het lijkt soms wel of je heuse technische kwaliteiten moet hebben om met een digibord te kunnen werken.  Deze technische mankementen zorgen soms voor de nodige stress voor of tijdens de lesdag. 
Energie:  
Het hele systeem van het digibord is aangesloten op het elektriciteitsnet.  Verantwoord gebruik is nodig om er milieubewust mee om te gaan.  Als de projector een ganse dag opstaat, krijg je sneller vermoeiende ogen.   
DIDACTISCH
Nog vragen:  
De verleiding bestaat om met het digibord terug meer frontaal les te geven.  Dat vraagt de nodige creatieve inspanning van de leerkracht.  Het is niet zo dat wie een digibord voor zich krijgt onmiddellijk zijn manier van lesgeven hieraan heeft aangepast en dus teruggaat naar de oorspronkelijke manier van doceren.  Het is dus soms nog echt zoeken op welke manier de vertrouwde lessen gegeven kunnen worden met integratie van het digibord. 
Organisatorisch:  
Het lijkt jammer dat slechts enkele leerlingen tegelijkertijd aan het digibord kunnen werken.  Dit impliceert dat andere leerlingen terwijl andere zaken doen.  Zij worden regelmatig afgeleid door het digibord of de leerlingen aan het digibord.  Ook bij een vertrouwde werkvorm als hoekenwerk kan deze afleiding groot zijn.

Erg nuttige informatie voor mezelf als ICT-coördinator.   Het viel me onmiddellijk op dat leerkrachten over het algemeen erg tevreden zijn met hun digibord.  Natuurlijk moeten alle aangehaalde punten nog grondig onder de loep genomen worden.  Na het analyseren van de opmerkingen ga ik op zoek naar degelijke werkvormen met integratie van het digibord.  Lesplannen waarmee collega's onmiddellijk mee aan de slag kunnen in hun klas.  Laagdrempelig.  Eenvoudig.  Weinig tijdrovend.  Ik probeer zo de didactische vragen alvast wat op te lossen.  Wordt ongetwijfeld vervolgd...

Ter info: wij kozen enkele jaren geleden voor de stevige FocusBoards.  Hard- en softwarematig een nog steeds goede keuze.

donderdag 6 december 2012

QR in de klas


"Herfst in het bos"
WO >> domein natuur >>
Sinds dit schooljaar startten we met iPads in de klas.  Heel wat apps passeerden al de revue: behendigheids- en concentratiespelletjes, breinbrekers, oefeningetjes, e-boekjes, techniekgames, ...  Om meer uit de iPad te halen met mijn klas eenaatjes maakte ik QR-fiches op.  Deze verwijzen telkens naar gevonden youtubefilmpjes die op de iPad te raadplegen zijn.  Ze brengen de wereld naar de tablet.  

Voor jonge kinderen zijn QR-codes erg waardevol.  Ze komen zo onmiddellijk bij de gewenste link of het beoogd filmpje.  Niettegenstaande geef je de kinderen de vrijheid om een keuze te maken.  Welke film willen ze zien?  In welke volgorde?  Dat kiezen ze zelf.  Misschien lijkt het hen nuttig een filmpje opnieuw te bekijken.  Deze vrijheid zorgt voor een zekere verantwoordelijkheid die kinderen motiveert hun bronnen doelgericht te raadplegen.  

Door het gebruik van QR-codes bereikten we in de voorbije maanden al heel wat ICT-doelen en dat voor verschillende vakgebieden.  Het eigenlijke gebruik van de iPad is voor de kinderen steeds hetzelfde.  Met een door hen gekende app scannen ze een code in.  De steeds weerkerende werkwijze zorgt voor een drempelverlagend effect.  Zo staat niet steeds de technische kant van het leermiddel in de kijker, maar gaat de nodige aandacht van de leerlingen vooral naar het inhoudelijke aspect.  Na het inscannen van de code komen de kinderen op de juiste link terecht waar ze kunnen oefenen, kunnen leren, informatie opzoeken of kunnen presenteren.  Verder raadplegen ze gewenste bronnen en bepalen zelf wat voor hen belangrijke informatie lijkt of niet.

Werken met QR in de klas vraagt de nodige voorbereiding van de leerkracht.  De codes moeten immers gemaakt.  Slechts weinigen deelden hun werk al met hun netwerk.  Het lijkt me of nog niet veel collega's hun weg gevonden hebben in het werken ermee.  Gericht op zoek naar inhoud is dus de boodschap. Om hier dan een QR- code van te maken en in de gewenste layout te gieten.  Ik ging ook met powerpoint aan de slag.  Om zelf inhoud te maken.  Maakte filmpjes van de dia's.  Gooide deze op YouTube.  En maakte daarvan QR-steekkaarten.  Zes op een blad.  Recto verso.  Met aan de ene kant de code en aan de achterzijde de inhoud.  Dat geeft de kinderen de kans om gericht te oefenen.  De oefeningen die moeilijk waren, kunnen zo nogmaals verwerken.  Herhaling en inoefening zijn en blijven belangrijk.  Zelfs onze zesjarigen zijn zich hiervan bewust.


Wanneer kinderen aan het werk zijn, zet de leerkracht zich op de meest strategische plaats.  We bieden hulp waar nodig, evalueren tussendoor.  Sommige kinderen zijn gebaat bij een extra instructie of hebben de aandacht van de leerkracht ten volle nodig.  Dit alles terwijl een andere leerling net dat éne stukje van de les gemist heeft, maar zich wel kan behelpen.  Voor zulke leerlingen kan het een steun zijn om delen van de instructie opnieuw te beleven.  Dankzij de evoluerende technologie zijn we in staat om de kinderen ook gericht zelfstandig te laten leren en oefenen.  In het huidige onderwijs zijn niet alle kinderen op hetzelfde moment met dezelfde taken bezig.  Zowel tempodifferentiatie als differentiatie van het aanbod kunnen met QR-codes worden aangepakt.  @lhumme heeft deze vorm inmiddels al op punt in haar klas.  Op haar yurls beschrijft ze hoe haar leerlingen zelf een kaartje met QR-code uitkiezen uit het aanbod om bepaalde instructies opnieuw te bekijken en beluisteren.  @bramfaems gaat hierin nog een stapje verder met de Jonathan Academie.  Hij laat zijn leerlingen zelf de instructies ontwikkelen voor andere leerlingen en deelt ze met de wereld.  Twee pareltjes van voorbeelden waarbij ICT en QR-codes duidelijk als leermiddel geïntegreerd worden in de dagelijkse klaspraktijk.  

Wat aanvankelijk een banale zwart-wit code lijkt, kan zoveel meer betekenen in de klas.  Het einde van de QR-codes in de klas is nog lang niet in zicht.  Er zijn mogelijkheden te over.  Voor elk vak.  Voor elk ICT-doel.  

"De wereld rond met Broeder Jacob"
taal / ruimte / muziek >>

"Het symfonisch orkest"
muziek >>


zondag 2 december 2012

Waar zijn we mee bezig?


Al vanaf mijn eerste onzeker stapje in 'het onderwijs' was het duidelijk dat ik steeds naar een doel moet toe werken.  Doelgericht én doelbewust.  De weg daar naartoe is van groot belang om het doel zo effectief mogelijk te bereiken.  'Het onderwijs' is een proces waar de opgestelde doelen richting geven van de te bewandelen route.  Naargelang dat proces vordert, zullen de individuele doelen meer van elkaar verschillen.  Onze leerlingen maken persoonlijke keuzes.  

Soms houden enkel de belangrijke vragen me bezig.  Waarvoor doen we het allemaal?  Welke meerwaarde betekenen we voor de maatschappij?  Zijn we echt wel zo goed bezig als we denken?  Sinds het actief, bewust beluisteren van 'Ruimtevaarder' van Kommil Foo probeer ik het lesgeven meer te doorgronden.  Welk doel hebben de doelen?  Waar gaan we naartoe?  Waarop bereiden we onze leerlingen voor?  Als leerkracht ben je je ervan bewust dat de kinderen die je voor je hebt, de latere volwassenen zullen zijn.  Zij die de wereld draaiende zullen houden.  In een maatschappij die wij op dit ogenblik maar amper kunnen voorspellen.  De altijd maar sneller draaiende wereld zorgt voor de vraag- en uitroeptekens die ik plaats bij HET doel.


"Wat ben je in 't heelal, met de tafels van vermenigvuldiging?"

Ook onze leerlingen durven vragen te stellen bij wat ze op school voorgeschoteld krijgen.  Ze zijn zich er van bewust dat al wat ze leren waardevol in hun leven moet zijn.  Een recente studie van Eva Kyndt (K.U.Leuven) toont aan dat de motivatie om te leren van groot belang is om tot effectief leren te komen.  Daarbij pleit ze om ervoor dat leerkrachten hun leerlingen extra moeten motiveren door het nut van de leerstof te verduidelijken.  De leerlingen worden gestimuleerd door hen erop te wijzen waar deze lesinhoud later nog van pas kan komen.  Zoals gezegd bereiden wij hen voor op hun toekomst.  Wanneer we benoemen voor welke situaties de leerstof dient, zullen kinderen deze dus ook sneller tot zich nemen.  In zijn blog X, Y of Einstein analyseert Pedro De Bruyckere erg vaak de nieuwe generatie jongeren.  Mede door hem Generation Why genoemd.  Wat kinderen motiveert om tot leren te komen, hen stimuleert kennis en vaardigheden op te doen, zijn enkele eigenschappen van de leerkracht die hen onderwijst: vakkennis, passie, uniek, afstand en vertrouwen.  

"Ik wil planeten gaan ontdekken, in de hoop dat daar iets leeft!"

Het zijn de eindtermen die bepalen waar we onze kinderen naartoe sturen.  Deze lijst doelen bevat kennis, vaardigheden, inzichten en attitudes.  Zonder de eindtermen in twijfel te willen trekken, durf ik me soms toch de vraag stellen of deze de essentie van 'het onderwijs' bevatten.  Is het aan ons om te bepalen hoe de wereld van onze kinderen er later zal uitzien?  Moeten we onze kinderen nog leren hoofdrekenen?  Of volstaat het om hen een rekenmachine te leren gebruiken?  Laten we kinderen nog schrijflessen volgen of kan dactylo zinvoller zijn?  Is het atlasgebruik nog van deze tijd?  Of kunnen we die niet gewoon vervangen door Google Maps?  Welk nut heeft het kompas binnen tien jaar tijd nog?  Moeten we hen niet gewoon een gps leren gebruiken?  

Vragen genoeg.  De antwoorden moeten we helaas schuldig blijven.  Die zullen ongetwijfeld over een jaar of twintig komen.  Had alles wat we aan onze huidige leerlingen vertelden echt wel zijn nut?  Zonder me hier van mijn negatieve kant te laten zien, blijven deze vragen onbeantwoord.  Ik ben en blijf een optimist.  Ook in mijn job.  Ik daag iedereen uit het onderwijs uit hierover mee na te denken.  Zij die antwoorden hebben, mogen me die gerust toesturen.  



'Het onderwijs'.  We kunnen het verschil maken!

woensdag 31 oktober 2012

Carrièreplanning

“Voor mij begon het… met Sinterklaas.”  Met deze uitspraak prijkt Quinten Desloover goedlachs op de affiche van RTC Oost-Vlaanderen.  ‘Het’ dat is zijn technische goesting.  Nadat Quinten op 6 december een techniekdoos kreeg, had hij het technisch virus te pakken.  Ondertussen werkt hij als installateur van branddetectiesystemen.

Elke prikkel, zelfs de kleinste, kan voldoende zijn om kinderen zin te doen krijgen in hun belangrijke levenskeuzes.  Kinderen een waaier van technische toepassingen aanreiken, leert ze hun technische interesse en kwaliteiten beter in beeld brengen.  Het zou maar net díe activiteit, díe verwondering of díe proef zijn die een leerling zijn juiste beslissing laat maken... 

Een juiste oriëntering van in de basisschool voor kinderen met technisch talent is dus van groot belang.  Dit kan enkel door ook al in de basisschool de juiste inhoud te geven aan het domein techniek.  Kinderen met techniek in contact brengen, betekent dat zij in staat worden gesteld om vroeg genoeg hun technische vaardigheden te ontdekken.  Dit kan zelfs al vanaf de kleuterklas.  Door het domein techniek op te nemen in het curriculum van het basisonderwijs, kan je kinderen hiervoor al vanaf jonge leeftijd enthousiast maken.

Het is onze taak als onderwijzer om kinderen techniek te leren kennen en gebruiken.  Al vanaf de kleuterleeftijd staan zij open voor het ontdekken van nieuwe dingen.  Ze zijn van nature nieuwsgierig en experimenteren graag met hun speelgoed en met combinaties hiervan.  Ze staan open voor nieuwe toepassingsmogelijkheden en ontdekken dagelijks nieuwe dingen.


Onderstaande video kwam ik tegen na een zoveelste internetreisje doorheen blogs, artikels, foto's en filmpjes.  Het verhaal van de zo bekende Legoblokjes.  Jammer dat hij Engels gesproken is.  Ik zou de Nederlandse versie anders heel graag aan mijn eenaatjes tonen.  Het kan ze inspireren.  Het zou misschien hun 'techniekdoos' zijn, die hen later doet beslissen het juiste pad te bewandelen.  De film leert kinderen bovendien om niet op te geven.  Hun doelen na te streven en er vooral ten volle voor te gaan.  Succes krijg je niet in de schoot geworpen.  Daar gá je voor.  Die zin, dat geloof in jezelf, het zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen.  Eigenschappen die we onze kinderen in de klas dagelijks proberen eigen te maken.  Heel mooi om te zien dat een succesvol man ook zijn tegenslagen kende.  Hoe hij daar mee omging.  Hoe de welbekende blokjes ontstonden, na ontwikkelen, proberen, evalueren, aanpassen, ... .  Het technisch proces in de geschiedenis van Lego.


Gelukkige 80ste verjaardag, Lego!

dinsdag 30 oktober 2012

De kracht van games²


 PRIKKELENDE AANTREKKINGSKRACHT
Games zijn krachtige tools om leerlingen tot leren aan te zetten, maar het is belangrijk ze op een goede manier in te schakelen. Er gaat een grote aantrekkingskracht uit van games op kinderen, maar het onderwijs is geen plaats om te ‘gamen om te gamen’. Daarom verkennen we heel kort de valkuilen en de troeven. In haar boek ’Vierkante ogen’ noemt professor Patti Valkenburg verschillende redenen waarom games zo’n aantrekkingskracht hebben op kinderen. Net als andere media zitten games vol prikkels: het gaat zowel om prikkels komende van de beeld- en geluidseffecten als om prikkels die de nieuwsgierigheid van de kinderen triggeren. Daarbij is het zo dat gamers actieve controle krijgen over het spel: ze bepalen de moeilijkheidsgraad, de vormgeving en kleur van de achtergrond, de rol die ze in het spel op zich nemen, … Een spel biedt de gamer continue uitdaging doordat er een reeks levels zijn ingebouwd die in moeilijkheidsgraad toeneemt. Bovendien is ook de directe feedback van groot belang: kinderen horen graag wat ze goed of net minder goed doen. Tijdens games worden spelers meteen beloond als de voorafgaande acties succesvol zijn geweest. Deze tussentijdse beloningen vormen een sterke stimulans om door te spelen. Het zal duidelijk zijn dat het hier gaat om ‘troeven’ waarover games beschikken. 



VALKUILEN
Maar niettemin is voorzichtigheid geboden. De groep kinderen die we nu in onze klassen krijgen, wordt heel vaak de ‘generation why’ genoemd. Een generatie die zich voortdurend afvraagt waarom ze bepaalde zaken aangeleerd krijgen en wat ze ermee aankunnen. Ze gaan vaak doelgericht en efficiënt te werk, maar verliezen ook snel hun interesse van zodra de prikkels niet meer in de juiste doses op hen afkomen. Dat ze wat in het onderwijs gebeurt saai vinden, heeft ook hiermee te maken. Ze rekenen lesgevers af op basis van de snelheid en het vluchtige dat de multimedia hen onophoudelijk inlepelen. Daarom is het belangrijk dat leraren zich goed bezinnen over het nut van games in het onderwijs, over welke games voor welke doeleinden worden ingezet. Het onderwijs hoeft via het binnenhalen van games de jachtige leefwereld van jongeren niet te dupliceren. Veeleer gaat het erom games binnen te halen die inderdaad toelaten dat leerlingen leerinhouden meer aanschouwelijk en vanuit diverse invalshoeken kunnen beleven, en daarbij ook uitgedaagd worden hun probleemoplossende vermogens aan te scherpen. Kortom: ‘gamen om te gamen’ is niets voor in de klassfeer, het gamen mag er niet tot tijdverdrijf worden. Als we in de klas games gebruiken, dan moeten we de kinderen duiden waarom we dat doen. De reden daarvoor is eenvoudig: waar heel wat kinderen in hun gewone leefwereld vertrouwd zijn met welbepaalde genres games waarin ‘survival of the fittest’ vaak de boventoon voert, confronteren wij hen in het onderwijs met games waarin we hen inhouden willen laten verkennen en hen willen laten zoeken naar antwoorden op complexe problemen. 

OVERDENK HET GAMEAANBOD
Waar in andere klasmomenten de vraag naar het waarom vaak nadrukkelijk bij hen speelt, zal dit ook het geval zijn bij games waarmee we hen confronteren. En dat is ook een goede reflex, die in staat stelt inzicht te krijgen en hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden. Als bepaalde games al over bijzondere troeven beschikken dan is het omdat ze naderen tot de opvattingen over onderwijs zoals die naar voren komen in theorieën over constructivistisch leren en gesitueerd leren. In deze theorieën wordt benadrukt dat het opdoen van kennis een actief en sociaal proces is waarin betekenis wordt gegeven aan ervaringen die worden opgedaan bij het oplossen van gesitueerde realistische problemen. Uit onderzoek blijkt dat games leerlingen kunnen motiveren om iets te leren en dat games er voor kunnen zorgen dat de leerlingen gemotiveerd blijven. Verder kunnen er situaties aan bod komen waarin nieuwe ideeën of strategieën uitgeprobeerd kunnen worden. Vaak hebben we het hier dan ook over ‘serious games’ die de spelers confronteren met complexe situaties zoals die zich in onze leefwereld voordoen. Het spelen van dit soort games laat toe heel wat eindtermen, vakinhoudelijke en vakoverschrijdende, binnen een krachtige, uitdagende leeromgeving te oefenen. 

GAMEN LEIDT TOT SUCCES IN HET LEVEN
Het spelen van games zorgt er aldus niet alleen voor dat vakinhouden kunnen worden verkend en verworven. Heel wat essentiële vaardigheden worden er geoefend en onderhouden: problemen analyseren en oplossen, creatief en divergent denken, samenwerken aan complexe probleemsituaties, … Niet echt verwonderlijk dat de positie van gamers op de arbeidsmarkt zeer gunstig uitpakt. Online games en simulaties spelen een belangrijke rol bij leiderschapsontwikkeling. Hiervoor hebben games drie belangrijke kenmerken die van de gamer een goed manager kunnen maken: snelheid, de bereidheid om risico’s te nemen en het besef dat gezag en aanzien tijdelijk kunnen zijn. Gamers vinden bovendien ook sneller een job. Enkele belangrijke kenmerken van games maken van een gamer een gewilde kandidaat tijdens solicitaties: 
- improvisatie, 
- prestatiegerichtheid, 
- aandurven van uitdagingen; 
- competitiviteit,
- snelle informatie verwerkers, … 

Het zijn vaardigheden die de moeite waard zijn om ook op in te zetten als we games in het onderwijs binnen halen, maar zoals hierboven al benadrukt: ook de inhoudelijke dimensie speelt mee en moet op een goede manier geduid en besproken worden met de gamende leerlingen, willen we dat hun motivatie en betrokkenheid met de games waarmee we ze op de schoolbanken confronteren hoog houden.

Artikel als theoretisch kader rond een vorig artikel: De kracht van games.

De boeken rechts van de tekst weergegeven zijn de volgende:

woensdag 19 september 2012

Leesbevorderend voorlezen

Met dank aan een superlieve boekenwinkelmevrouw uit Breda hangt er nu een geweldig mooie Plukposter aan mijn klasdeur.  Na enkele "wie is da's" van de nieuwe lichting eenaatjes zocht ik het boek toch maar weer op in de bibliotheek.  Pluk van de Petteflet.  Ik was er als tienjarige ooit in begonnen en geraakte verstrikt in de magische wereld van Annie M.G. Schmidt.  




De voorbije jaren las ik al regelmatig voor uit boeken.  Steeds prentenboeken.  Korte tekst, grote prenten.  Kinderen worden auditief, maar ook visueel geprikkeld.  Elke gebeurtenis in het verhaal wordt verduidelijkt met vaak prachtige illustraties.  Ze wekken interesse op, houden de aandacht erbij, stimuleren het creatieve vermogen van kinderen en maken het verhaal nog tastbaarder.  De verhalen over de Gruffalo blijven veruit mijn favoriet.  De inventieve kleine muis die het grote, gruwelijke beest listig de benen doet nemen blijft een tijdloos verhaal.  Het heeft wat van David vs. Goliath, Mario vs. Bowser en Klein Duimpje vs. de reus.  Herkenbare gevoelens, wijze lessen en creatieve ideeën maken dat kinderen meegesleept worden door het verhaal.  Het ritme in de tekst en de telkens weerkerende eindrijm zorgen er mede voor dat het een geweldige deugd wordt om het verhaal voor te lezen.  Ze zorgen er eveneens voor dat er voldoende inhoud overblijft om de fantasie van de kinderen te prikkelen.  

Toch koos ik er voor om dit schooljaar te starten met het voorlezen van een boek met minder prenten.  Pluk is met zijn welbekende rode kraanwagentje op zoek naar een huisje.  Dankzij Dollie de duif komt hij in de Petteflet terecht.  Daar maakt hij kennis met een hoopje apartementbewoners.  Met elk hun verhaal, geschiedenis en belevenissen.  Gaandeweg worden de verbanden tussen Pluks nieuwe buren duidelijk.  Een heel divers volkje.  Samenlevend in hun eigen wereldje, dat van het appartementsblok.  Een tijdloos verhaal.  Over samenleven, diversiteit, gekke fratsen, fantasierijke wendingen en oplossingen bedenken voor  'complexe' probleempjes.


Geboeid luisteren de eenaatjes naar de heldenverhalen van Pluk.  Met de hoofden op de bank.  Ogen, oren en mond open.  Benieuwd naar welke figuren er nu weer zullen opduiken.  Er wordt gejuicht als ik het boek neem.  Waarna het muisstil wordt.  Het magische voorleesmoment!  De letters en woorden vliegen door de klas.  Ze vormen verhalen die de kinderen doet dromen.  Ze krijgen er zin in taal door.  Nieuwe woorden en zinsconstructies.  Luisteren naar een voorgelezen verhaal is zoveel meer dan alléén maar luisteren.  Er wordt interesse opgewekt.  In de taal waarmee de kinderen leren communiceren. 

Voorlezen doet lezen!


Om dit alles nog meer inhoud te geven, besteedden we onze muzische les ook aan Pluk.  Daarvoor haalde ik de volledige mosterd op de website van Juf Sanne.  Meer activiteiten rond het boek vind je op de yurls van juf Lia en de themasite van Kleutergroep.  





Ideeen rondom het thema Pluk van de Petteflet
Pluk van de Petteflet

zaterdag 1 september 2012

Laat het maar starten!

Waar ik een dikke twee maanden geleden nog aftelde tijdens de laatste loodjes, mag het nu absoluut weer opnieuw beginnen. Trompetgeschal noch vuurwerk zullen we mogen verwachten. Toch zal 3 september een heuse stap zijn voor alle Vlaamse kinderen en hun leerkrachten. Een nieuw begin. De lente van het onderwijs. Alles terug in bloei na de denkbeeldige batterijen te hebben opgeladen. Het is genoeg geweest en vooral goed. Het weer deed soms een beetje vreemd, maar daarvoor worden we al jaren gewaarschuwd. In Concordevaart vlogen de 9 'welverdiende' weken vooruit. Het ritme zal moeten aangepast. Terug de juiste structuur in een dag. Opstaan op een grotemensenuur en naar bed tijdens de succesvolle avondprogrammaties. Met daartussen een overzichtelijk geheel en vaste patronen. 


3 september. In mijn dromen heb ik die start al wel drie keer beleefd. "Hallo allemaal, wat ben ik blij dat jullie er zijn! Leuke vakantie gehad?". De nachtmerries over bankjes die niet klaarstaan en rommelige kasten met uitpuilende kaften zijn ondertussen vakkundig verbannen. De voorbije weken loste ik dat op door veelvuldige bezoeken aan de klas. Inrichten, klaarzetten, administratie, printen, overdenken, plakken, knippen, lamineren, acclimatiseren, overleggen, en plannen. De nodige voorbereidingen zijn getroffen om een zo vloeiend mogelijke start te krijgen. Bij alle namen van de klaslijst zie ik ondertussen hun lachende gezichten. Nieuwe kinderen voor de 'grote school'. Duidelijk klaar om aan hun volgende stap te beginnen. Klaar om te leren lezen, rekenen en schrijven. De kleuterklas ontgroeit. Ik besef dat ze nog tijd zullen nodig hebben om te wennen. De school verkennen. Hun plekje zoeken in een nieuwe structuur. Laat ze nog maar eventjes kleuter zijn, al zullen ze dat niet graag horen. Ik besef ook dat ik het voorrecht heb om hen te zien groeien. Stilaan geraken ze vertrouwd met de gewoonten van een 'leer'jaar. Ze kunnen bewuster denken, gaan doelgerichter te werk. Om van dat groeiproces deel te kunnen uitmaken, is telkens opnieuw magisch. 


3 september. Hij zal speciaal worden. Niet alleen ík doe de deur (opnieuw) open voor het eerste leerjaar. Zoonlief zet eveneens deze stap. Voor de eerste keer mag ik me echt 'meester papa' laten noemen. We hebben al eens mogen oefenen, tijdens de wendagen. Maar nu is het for real. Milo zit weliswaar bij de collega, paralleljuf, steun-en-toeverlaat. Maar ik mag het allemaal ook op een andere, nieuwe manier beleven. De spanning is groter bij mij dan bij hem. Gelukkig maar. Hij beschouwt het als een geruststelling. Voor mij lijkt de grens vager. Ik mag het hele leerproces van een 6-7-jarige ook eens van de andere kant leren kennen. Naast spannend dus zeker ook verrijkend.


Het wordt een krachtig schooljaar. Met veel nieuwe projecten. Op school- en klasniveau. Lezen staat in de kijker. De voorleesboeken zijn al een keertje uitgetest en goed bevonden. We hebben er thuis al om kunnen lachen. De iPads in de klas beloven ook veel goeds. Het was mijn taak een beleid te bepalen om ze nuttig en doelgericht in te zetten in ons onderwijs. Ik ben zeker van de meerwaarde. Met sessies voor collega's zullen we samen dat beleid en die meerwaarde invulling geven. Na een jaar aftastend ICT-coördinator is het nu tijd voor het échte werk. Het beleidsplan is klaar. De planning gemaakt. De ICT-uren gevuld. 



Wij zijn er klaar voor! Het gazon gemaaid, de haartjes geknipt. Nieuwe bril, nieuwe schoenen, nieuwe schoolbroeken. Het bureaublad van de laptop voorzien van een toepasselijke illustratie. De fietsbanden opgepompt, droge koeken en fruit in huis. Boekentassen, rugzakken, fruitpotjes en brooddozen gelabeld. Laat het maar starten. Ik heb er zin in! 


Aan iedereen een geweldige start van een krachtig schooljaar gewenst! 




Ik had me voorgenomen om niet in herhaling te vallen met het schrijven van een tekst over het oudjaar voor een nieuw schooljaar.  Toch blijkt het me enige rust te geven.  Een teken dat ik écht klaar ben.  

vrijdag 17 augustus 2012

Het gaat vooruit...

Gedachtengang ter voorbereiding op het ICT-beleidsplan:
Geruisloos sluipen ze het onderwijs binnen.  Elkaar in sneltreinvaart opvolgend.  Wie mee wil op die trein, kijkt vooruit.  Staat niet stil.  De technologische wereld kent geen grenzen.  Wanneer je denkt de ene toepassing te hebben verteerd, word je weer overrompeld door een nieuwe.  Samen met deze technologische revolutie verandert ook de onderwijswereld.  We bereiden onze kinderen immers voor op de wereld van later.  Hoe die wereld er uit zal zien, is nog onbekend.  Maar het staat vast dat technologie hierin een gigantische rol zal spelen.  Het is dus onze taak om kinderen hier nu al mee in contact te brengen.  We zoeken én vinden manieren om nieuwe toepassingen en apparaten de klas binnen te krijgen.  Met in het achterhoofd dat al deze zaken eerder een middel zijn om tot leren te komen.  Ze helpen ons mee op weg.  Zullen en mogen nooit zelf bepalen hoe die weg er uit ziet.  De technologische vooruitgang maakt het ons gemakkelijker deze weg te bewandelen.  Van een druk kruispunt wordt een brug gemaakt.  Het leren en leven wordt er efficiënter door.  

Het lijkt allemaal zo simpel.  Toch staan we regelmatig voor obstakels.  Het implementeren van technologische toepassingen vraagt tijd.  Er wordt duchtig nagedacht over de meest effectieve manier van werken.  Ze verwachten ook inspanning.  Wie mee wil met de trein, moet zelf een manier bedenken om er op te geraken.  Ondertussen is de technologische onderwijswereld zo ver dat er allerhande hulplijnen opgeroepen kunnen worden.  Heel wat collega's hebben zichzelf gespecialiseerd in het werken met de nieuwste technologieën.  En zij delen dit maar al te graag.  Er ontstaan netwerken van leerkrachten met dezelfde interesses.  Netwerken met slechts 1 doel.  Het onderwijs nog beter maken.  Gericht op het leven in de toekomst.  Efficiënter en effectiever.  Ze vervagen obstakels als tijd en inspanning.  Mensen van wie je enkel de avatar kent.  Zij worden bekenden.  Je durft er raad aan vragen.  Ze verder helpen.  Want wie de kracht van het delen heeft gesmaakt, begint zijn eigen ervaringen te delen.  Blogs, Twitter, Pinterest, Facebook, fora, Dropbox,... het wereldwijde lijstje is oneindig.  Inspiratie te over.  

Opnieuw ontbreekt het vaak aan tijd.  Een nieuw obstakel.  Je wil wel alles zien, alles weten, alles meemaken.  Maar er is te veel.   Infobesitas is niet voor niets een modewoord van de laatste jaren.  De grootste uitdaging van de huidige technologische generatie is het filteren.  Hoofd-en bijzaken onderscheiden.  Het lijkt me zinvol kinderen hierop voor te bereiden.  Zij vormen de samenleving van de toekomst.  Wij kunnen hen kansen geven om die te mee vormen.  

Is het aan hen om de fouten te maken die wij maakten?  
Of is het aan ons hen te hoeden voor onze gemaakte fouten?

maandag 13 augustus 2012

Speel-goed met techniek

Volledig toevallig rolde ik anderhalf jaar geleden met veel interesse in het domein techniek in de lagere school. Het belang van de juiste invulling ervan kan niet genoeg herhaald worden. Onderwijzers hebben de mogelijkheid om de kinderen kansen te geven zichzelf beter te leren kennen in verschillende vakgebieden. Daarbij wordt vaak terecht in eerste instantie gedacht aan de kernvakken taal en wiskunde. Maar uiteraard zijn we er ons van bewust dat ook de andere vakken van enorm belang zijn om kinderen zich juist te kunnen oriënteren. De muzische en wereldoriënterende domeinen mogen in het klasgebeuren niet in de schaduw blijven. Om kinderen zichzelf, hun kwaliteiten en wensen beter te leren kennen, dienen ook deze vakken zinvol ingevuld te worden. 

Techniek dus, om hen onder meer al van jonge leeftijd in contact te brengen met de brede waaier aan keuzemogelijkheden op latere leeftijd.  Van jongs af aan komen kinderen er al volop mee in contact.  Zelfgemaakte Duploconstructies, een Bob De Bouwerfilmpje, rijdende autootjes, rollende knikkers...  Van zo gauw een kind kan spelen, komen er heel wat technische prikkels op hem af.  Het is al vaak gebleken dat kinderen door het spelen ook heel wat leren.  Door kleine foutjes te maken tijdens het spelen, mislukken de zaken die ze voor ogen hadden wel eens.  Waardoor het spel enigszins aangepast herhaald wordt.  Zo groeit het spontane leerproces.  De kleine foutjes van weleer worden achterwege gelaten, zodat een nieuw doel kan worden opgesteld.  Een proces zonder eind.

CONSTRUCTIEF
In een meer geknutselde situatie kan spelen ook in de klas bijdragen aan het technisch leerproces.  Verschillend speelgoed kan ideaal ingezet worden tijdens de lessen techniek.  Uiteraard denken we dan in de eerste plaats aan het ruime assortiment constructiespeelgoed.  Met Duplo, Lego, K'nex, Clicx, SmartMax of Meccano kunnen heel wat technische doelen bereikt worden.  Kinderen leren een technisch plan lezen, kunnen stappenplannen volgen en leren vooral door ervaringen met hun handen op te doen.  De technische kansen van dit constructief spel zijn niet te onderschatten. Toch zijn het niet steeds enkel de mogelijkheden die het speelgoed interessant maken, maar ook de beperkingen ervan.  De geringe aangeboden materialen en hulpmiddelen verwachten de nodige creativiteit van de bouwer.  Maar toch kan er blijvend mee gespeeld worden, doordat steeds dezelfde onderdelen telkens opnieuw en op een andere manier gebruikt kunnen worden.  De producenten van dit constructief speelgoed zijn zich zeker bewust van de educatieve waarde ervan.  Vele hebben een speciaal voor het onderwijs ontworpen lijn ontwikkeld die ze maar al te graag aan de scholen willen promoten (Lego Education, K'nex Education, ...).


WE SPELEN EEN SPEL!
Wie echter verder kijkt dan enkel het daartoe bedoelde constructiespeelgoed zal ook in verschillende gezelschapsspelen de juiste technische doelen kunnen zien.  In tegenstelling tot het vrij spel van het hierboven vermelde speelgoed, hebben gezelschapsspelen een vaste structuur.  Ze zijn gebonden aan spelregels waaraan je je dient te houden.  Hierbij is dus niet zozeer het creatieve denkproces van belang.  Maar eerder de maatschappelijke doelen als zich kunnen houden aan vooropgelegde regels en werken naar een bepaald doel.  Een gezelschapsspel kent een winnaar en verliezer, waardoor kinderen zich ook van hun meest sportieve kant kunnen laten tonen.  De meeste gezelschapsspelen die ingezet kunnen worden, beperken zich (net als het constructief speelgoed) enkel tot de gebieden constructie en fysica).  Dat kan echter beperking zijn om ze niet in de klas te gebruiken tijdens de technieklessen.  

Jenga.gifEen eerste spel waaraan ik denk is het bekende Jenga van MB.  Jengel is een denk- en behendigheidsspel waarbij de spelers om de beurt een blok uit de toren halen en die er weer bovenop leggen.  Zo ontstaat in de loop van het spel een steeds hogere en instabielere toren.    Van dit spel bestaan heel wat afgeleiden.  Zo zijn er ook online games en Arcade games van gemaakt.  De gemaakte toren is een samenstelling van 54 gelijke blokjes die in 18 lagen van 3 blokjes is gestapeld.  De spelers vertrekken hierbij alvast van een technisch systeem (de toren) en hanteren de onderdelen ervan om een nieuw systeem te maken met vooropgelegde eisen (de toren in hoogte uitbreiden).  Enkele meer recente gezelschapsspelen die aan bod kunnen komen tijdens de technieklessen zijn: Vallende Aapjes, Bert Bever, Muizenval, Make 'n Break, Stef Stuntpiloot, Villa Paletti, Wadi, Sjakie de Schildpad, Angry Birds, Ahoi! En Bill & Betty Bricks.  Zelfs het alombekende spel Pisa, waarbij de spelers blauw gekleurde ventjes op de verschillende platformen van de toren van Pisa plaatsen, kan een plekje krijgen tijdens een techniekles.


zondag 10 juni 2012

Aftellen


Juni.  We hangen een nieuwe maandkalender aan het prikbord.  De vorige wordt aan de kast gekleefd.  Elke dag bespreken we de kalenders.  Drie in totaal.  Een vast patroon na het praatmoment in de zithoek.  Tijd is vaak moeilijk te bevatten voor jonge kinderen.  Terwijl dat in het 'echte leven' dikwijls een prominente rol speelt.  Een mens kan haast niet zonder.  Al vanaf jonge leeftijd merken kinderen de invloed van tijd op het dagelijks leven.  Aftellen naar verjaardagen, feestdagen of Sinterklaas, de vaste structuur van een schooldag, het ritme van het leven, ... .  Herhaaldelijk en functioneel gebruik van tijdsbegrippen stelt kinderen in staat er een inhoud aan te geven.  Tijd krijgt een betekenis.  Het wordt, ook onbewust, een opeenvolging van momenten.

Juni.  De maand waarop mijn neus steevast in een blok beton verandert.  De lente in het land.  De graspollen in de lucht.  Ik praat minder, ook in de klas.  Want dat is vaak lastig met een neus vol zakdoeken.  Maar niet alleen daarom.  Ook en vooral omdat die kleuters van weleer échte lagere schoolkinderen zijn geworden.  Ze zien werk, doen dat werk en zetten mekaar aan het werk.  Ze leren van en met elkaar.  Mijn instructies zijn beperkter geworden.  Het werk dat verzet wordt daarentegen niet.  De inoefentijd wordt zo naar het maximum gebracht.  Want oefenen en blijven oefenen is belangrijk.  De kinderen gaan aan de slag met een overzienbaar aantal taakjes.  Ze werken, helpen, corrigeren en leren.  Mijn taak wordt sturen, observeren, bijsturen, evalueren en duiden.  Regelmatig wordt herhaald waarom we elke dag opnieuw oefenen op wat we geleerd hebben.  Het motiveert hen.  Door herhaaldelijk trainen van het gekende, kan dit uitgebreid worden.  We kunnen stilaan 'spelen' met de materie.  En daar maken we dan ook gebruik van!  Tijdens de lessen spelling worden dobbelstenen bovengehaald.  Rekenen gebeurt met speelkaarten of in real life.  Lezen krijgt een functie.  Door al het geleerde een toepassing 
te geven, krijgt leren een functie.  En dat motiveert hen.

Juni.  De maand van de onoverkomelijke reeks toetsen.  Met het eindrapport in zicht halen onze leerlingen nog even alles uit de kast.  Deze eindevaluatie is niet alleen voor hen belangrijk.  Ook wij als leerkracht kunnen hier veel informatie uithalen.  Door grondige studie of analyse van de resultaten, krijgen we een beter beeld van onze eigen onderwijsvaardigheden.  Welke klemtonen kunnen of moeten we volgende jaren anders leggen?  Wat zijn de meest gemaakte fouten en hoe ze te vermijden?  Het verbeteren van 
de eindtoetsen heeft voor mij altijd iets magisch.  Het luidt het einde in van een intense periode samenleven met een groep kinderen.  Fluitende vogels op de achtergrond en zonnestralen die mijn bureau bereiken.  

Juni.  De eindspurt is gemaakt.  Naar twee deugddoende vakantiemaanden.  Naar een hopelijk zonnige zomer.  De batterijen terug opladen.  De schoolse druk van de ketel.  Ze 
hebben het verdiend en zijn er zeker aan toe.    Ze maken zich klaar voor de start van een nieuw begin.  Een nieuwe klas, nieuwe leerkracht, nieuwe doelen.  Maar zo ver zijn we nog niet.  De gestarte sprint blijkt een conditieproef te zijn.  Een ware test tegen de tijd.  Het schooljaar moet worden afgesloten.  De klas terug in oorspronkelijke staat.  Allerhande werkjes worden nog afgewerkt.  Administratie in orde.  Lesboeken meegegeven.  Toetsen bewaard.  Telkens opnieuw laat ik verrassen door de deadline van eind juni.  Wat eerst een maand was, worden al gauw nog maar drie weken.  De tijd staat niet stil.  'Niet verwonderlijk', denk ik dan, 'dat de tijd nog zo abstract is voor de kinderen.'  Als zelfs wij volwassenen er ons door laten verrassen.  Blijvend herhalen is de boodschap.  Elke dag opnieuw de tijd verwoorden, ermee bezig zijn en visualiseren.  Zo krijgen we er allemaal stilaan meer inzicht in.  

Aan alle leerkrachten: een fijne laatste maand.  Met veel magische momenten tijdens het 
evalueren, een fijne zelfzvaluatie en een overzichtelijke eindsprint.   

Voor wie zijn kinderen graag meer structuur aanbiedt, heeft Klasse enkele handige geheugensteuntjes uitgewerkt in de vorm van 'Klik & Print'.  Hieronder diegene die handig zijn voor het bevatten van tijd.




vrijdag 1 juni 2012

Kunst met de natuur?!

Ik hoopte al twee weken op fantastisch mooi weer die vrijdagnamiddag.  Het voorbije weekend was het immers Earth Day geweest.  Deze Dag van de Aarde laat je stilstaan bij de schoonheid die de natuur ons te bieden heeft.  Het laat ons even nadenken over onze invloed op de natuur in de wereld.  De mens heeft de natuur nodig om te kunnen leven, zijn en worden.  Maar terwijl we ons stukje natuur gebruiken, moeten we er ons van bewust zijn dat we dat deeltje van de natuur terwijl ook ontvreemden.  Het best is natuurlijk om hiervoor iets terug in de plaats te geven.  


Een heel schone les.  Maar zeker niet bestemd voor kinderen van zes of zeven jaar.  Als we echter de schoonheid van de natuur in de verf zetten, zal deze enorm geapprecieerd worden.  Waardoor zelfs onbewust nodige natuuroffers gebracht zullen worden.  Het werd
al heel vaak duidelijk dat de huidige generatie eenaatjes de natuurschoon wel kunnen waarderen.  Bovendien worden wij, leerkrachten, door de leerplannen en eindtermen uitgedaagd de kinderen al spelend met alle aspecten van de natuur in contact te brengen.  Hierbij liefst nog gebruik makend van zoveel mogelijk zintuigen.  


Daarvoor zou het dan best wel fijn weer moeten zijn, die vrijdag.  We zouden immers  een ganse namiddag buiten zijn.  De pracht van de natuur bewonderen.  De kunst van het groen beschouwen.  En er vooral mee gaan werken, creëren, vormgeven.  De zon was van de partij.  We trokken erop uit.  Naar een stukje groen in de buurt van de school.    Aan de kinderen werd gevraagd zaken te verzamelen.  Verschillende kleuren, vormen, texturen.  Groot en klein. Dik en dun.  Lang en smal.  Alles wat ze zelf konden dragen, mochten ze meenemen.  Zonder de natuur pijn te doen, natuurlijk.  Blaadjes moesten aan de bomen blijven hangen.  Takken mochten niet afgetrokken worden.  Onze verzamelaars hadden maar een half woord nodig om uit te zwermen.  Er werd gezocht en gezocht, maar bovenal gevonden.  Die eenaatjes kwamen terug met de meest wonderlijke stukjes natuur: mooie bloempjes, grassen in allerlei maten en lengtes.  Takjes, takken, stammen, schors, een verloren gekropen naaktslak, blaadjes met de regenboogkleuren, steentjes en stenen.  Te veel om te dragen door twee kinderhanden.  Mijn voorbereide motiverende woorden maakten plaats voor respectvol afremmen.  Die meterslange dikke tak kon niet mee.  Net als die zware steen, die met een beetje fantasie op een toilet leek.  


Na een dik kwartier zoeken, wikken en wegen, trok de verzamelkaravaan naar het vooraf besproken plekje op de speelplaats voor fase twee van ons creatief-met-de-natuur-project.  We zouden immers een eenaatjesmuseum maken.  Een mini-museum met "land art".  Er restten ons nog een kleine twintig minuutjes om ons werk klaar te maken.  Met al de verzamelde spulletjes maakten we iets moois.  Een soort natuurcollage waarbij vorm, kleur, textuur en vooral compositie van erg belang zijn.  Tijdens het vormgeven, viel er nog ander schoons te bewonderen op de speelplaats.  Natuurlijk kreeg dat ook een mooi plekje in het geheel. Met de nodige aandacht en respect werden er zeventien prachtwerken gecreëerd.  De kinderen namen er hun tijd voor.  Ze legden en verlegden, keken, evalueerden en verbeterden.  Tussendoor maakten ze nog tijd om elkaars werk te bekijken en te prijzen.  De tijd vloog en de werkjes werden voorzien van een vlaggetje met hun naam op.  Het publiek werd namelijk verwacht.


De bel. Start van de speeltijd.  Niettegenstaande deze ook bedoeld voor de eenaatjes, begeven zij zich met knikkende knietjes naar hun eigen werkjes.  We verwachten publiek!  We zijn trots op wat we gemaakt hebben en willen, durven zelfs, de nodige uitleg geven aan onze schoolgenoten.  En of we publiek kregen!  Wat aarzelend op gang kwam, werd op de duur een overrompeling.  Onze creatievelingen hadden handen te kort om de bedoeling van het museum uit te leggen.  Met veel enthousiasme vertelden ze hoe hun werk tot stand kwam, waar ze de spullen vonden en waarom ze voor die compositie  kozen.  Hun verantwoordelijkheidsgevoel viel me daarbij enorm op.  Geen Wikipedia-info waarbij je je eerst moet afvragen of de inhoud ervan wel klopt.  Nee hoor, alles werd naar waarheid verklaard.  Met trots wezen ze ook naar hun klasgenoten.  "Kijk maar eens wat zij allemaal gemaakt hebben." Want een museumbezoek houdt natuurlijk niet op bij het bewonderen van slechts één werk.  Na veel keurwerk, heel wat amaai's en wows en vooral na een kwartiertje speeltijd, was het 'bezoekuur' over. 


Of we het werk mee naar huis mochten nemen, vroeg K.  Ja, dat zou iedereen wel  willen, maar op de duur als onmogelijk besloten.  Wat we nu eigenlijk geleerd hebben,  wilde ik in ware SOS Piet-stijl nog wel eens weten.  Heel wat, zo bleek.  En dat tijdens een muzische les!  Waar vrijheid, deugd en experiment het voornaamst zijn.  "Met ronde dingen kan je ook iets hoekigs maken", bijvoorbeeld.  Of: "Ik heb altijd goed naar de kleuren gekeken.  Alleen diegene die erbij pasten, mochten erbij." De natuur is heel erg mooi, besloten we aan het einde van die zonnige vrijdag.  En je kan er ook heel mooie dingen mee maken!


Alle foto's van ons mini-land-art-museum kan je bekijken op de schoolwebsite.  


Met dank aan Pinterest, waar ik op het geweldige landartidee kwam.  Een activiteit die ik de komende jaren, wegens groot succes, zeker zal herhalen.  Pinterest is bovendien een bron aan inspiratie.  Met een beetje tijd over en voldoende goesting in iets nieuws, zullen de vele pinboards een bron van inspiratie zijn.  Ik maakte een pinboard 'natuur' op Pinterest, over creatief omgaan en bezig zijn met de natuur.
Meer creatief met de natuur ideetjes vind je op onderstaande blogs.  

  



Toen de bel ging en ik over de speelplaats wandelde zag ik onze eenaatjes hun mama/
papa/oma... bij de hand nemen.  Ze brachten een (verplicht) bezoekje aan het museum.  Met tekst en uitleg.  Zo fier als een gieter.  Zúlke momenten, dat doet je wat.