dinsdag 10 april 2012

Terugblik op een jaar blogervaring

Een jaar terug.  Paasvakantie.  Weekendje aan zee.  Ik kocht een cd-box bij MediaMarkt in Oostende.  Een koopje.  Drie cd's vol mooie muziek die gebruikt wordt in bekende Disney cartoons en musicals.  Voornamelijk klassieke deuntjes.  Ik kende er veel van, kon heel wat meeneuriën.  Het deed me denken aan de keren dat de sfeer in de klas opgevrolijkt werd met klassieke muziek.  Ik zou de cd inladen in iTunes en gebruiken tijdens rustige momenten.  


In de auto terug naar het appartement waar we verbleven, hakte ik een knoop door.  Een knoop met enig belang in mijn onderwijsleven.  In navolging van mijn bloggende schoonzus-juf, zou ik mijn eigen blog starten.  Ik had echter mijn twijfels.  Heb ik voldoende schrijfstof?  Kan ik een meerwaarde brengen aan het inmiddels grote aantal onderwijsblogs? Is mijn schrijfstijl wel ok?  Wat met de technische kant?  Het werd een onzekere start.  


Terug thuis gekomen, zocht ik naar een passende titel en url.  Het werd 'over onderwijs'.  Dat vond ik, mede door de tegenstelling 'over-onder', mooi klinken.  De titel was erg ruim en algemeen, zodat alle aspecten van het onderwijs aan bod zouden kunnen komen.  Een eerste blogpost was tijdens de vakantie aan zee al ontstaan.  Ik zocht naar de juiste woorden, bedacht hoe en waarom ik met klassieke muziek in de klas omging en ging op zoek naar meer informatie over kinderen en klassiek.  Hoewel ik een minder vlotte schrijver ben, verliep het neerpennen van het eerste artikel verrassend eenvoudig.  Dat zou later moeizamer gaan.  


Terugblikkend op het jaar bloggen, besef ik dat ik nog steeds niet zo vlot schrijf.  Ik wik en weeg de woorden heel erg.  Mijn woordenschat is soms nog te beperkt voor al wat ik wil schrijven.  Ik maak graag gebruik van synoniemen.net voor de juiste woordkeuze.  Toch merk ik dat het kiezen van onderwerpen en afbakenen van inhouden gemakkelijker gaat.  Het onderwijs is een fantastische job om over te schrijven.  Het kan me blijven boeien.  De onderwijswereld staat niet stil, de mogelijkheden en vernieuwingen volgen elkaar op.  Wat me opvalt is dat ik vaak lange zinnen schrijf.  Ik wil ook vaak te veel informatie verwerken in een artikel.  Hierdoor zijn de meeste van mijn posts behoorlijk lang voor een snelle blogpost.  De tijd tussen verschillende posts is daardoor langer, wat ik ook merk aan de bezoeken.  


Aanvankelijk stelde ik me de vraag of en hoe dit blogavontuur mij productiever zou maken, zoals onderzoek had uitgewezen.  Ik kan ondertussen concluderen dat dat inderdaad zo is.  Al bloggend ga ik bewuster om met mijn onderwijsstijl.  Ik durf meer zaken uitproberen in de klas en evalueer mezelf gericht tijdens het lesgeven.  Ik weet waar ik naartoe wil en moet tijdens lessen.  Terwijl ik voor de klas sta, kan ik mijn aanpak wijzigen door in te spelen op vragen, wensen en noden van de kinderen.  Tijdens het opzoekwerk voor verschillende artikels ontdek ik nog steeds ongelooflijk mooie en bruikbare voorbeelden, waar ik flexibel mee probeer om te gaan en tracht ze te vertalen naar mijn klaspraktijk.  
Terugblikkend op het jaar bloggen, kan ik vaststellen dat er een publiek bestaat voor een blog over onderwijs.  Met een gemiddelde van ruim 1000 bezoeken per maand, werd de blog het voorbije jaar 14850 keer bezocht.  Sinds januari 2012 kende de blog behoorlijk meer bezoeken, met een voorlopige piek in maart 2012 van bijna 3000 bezoeken.  Sinds het artikel over mijn belevenissen op de 20ste ICT-praktijkdag is de blog bekender geworden bij een groter publiek.  Mede dankzij verschillende Twittervermeldingen en een link op de website van de ICT-praktijkdag.
Van de 47 gepubliceerde artikels werden deze over samenwerken het vaakst bezocht.  Met een piek van ruim 1500 bezoeken werd het artikel Samen naar een hoger level: 1 + 1 = 3 het vaakst gelezen.  Ook het artikel over kinderen laten samenwerken in de klas behaalt de top 5.  Aan het begin van dit schooljaar berichtte ik over mijn ervaringen op de infoavond voor ouders van de nieuwe leerlingen.  Het verbaast me dat dit artikel bijna 600 keer gelezen werd.  Verder zijn ook de artikels over gamen en techniek erg in trek.  Het boekje 'Games en tools i.f.v. techniekonderwijs' werd ondertussen bijna 350 keer gedownload en bekeken.  Een succes dat ik niet had durven dromen.


Waar ik aanvankelijk benieuwd was naar de productiviteit, kan ik na een jaar bloggen concluderen dat het onderzoek inderdaad klopt.  Ik bén productiever geworden.  Heb meer inzicht in mijn job en mijn functioneren.  Ik ga bewuster lesgeven.  Kritischer, scherper, doelgerichter, efficiënter ook.  Ik durf mezelf in vraag stellen.  Om er nadien van te kunnen leren.  Ik ontdek nieuwe werkvormen en een nieuwe aanpak.  Ik probeer uit en evalueer tijdens de lessen.  Bloggen... ik kan het iedereen aanraden!

zondag 8 april 2012

Leren (over) samen leven

Iedereen is anders.  Gelukkig maar.  De wereld zou er behoorlijk kleurloos uitzien indien dat niet zo was.  Het zou behoorlijk saai zijn mochten we allemaal hetzelfde voelen, weten, willen, lusten, vragen, denken, doen, ... .  Sterker nog: het zou ons niet lukken om met alleen dezelfde mensen samen te leven.  Samen leven is een kwestie van vraag en aanbod, van ruilhandel, van gulden middenwegen... .  Er zijn mensen die regels opstellen.  Anderen zorgen ervoor dat ze worden nageleefd.  Nog anderen zijn bevoegd mensen erop te wijzen dat ze de grens overschreden hebben.

Mijn oog viel op een krantenartikel over tegenvallende resultaten bij een peiling naar het domein maatschappij in het lager onderwijs.  Met de kop 'Twaalfjarigen zijn niet wereldwijs' berichtte ook Klasse over het onderzoek.  Hierin werd bij kinderen aan het eind van de lagere school hun kennis en vaardigheden wereldoriëntatie beproefd.  Veel aandacht ging uit naar de domeinen tijd, ruimte en maatschappij.  We willen natuurlijk dat onze leerlingen niet wereldvreemd de lagere school verlaten.  De inhoud van beide artikels prikkelde me voor een blogpost.  Ik zocht nog eens de doelen en eindtermen maatschappij op en selecteerde interessante onderwerpen voor een artikel.  Starten zou ik doen met eigen ervaringen rond het thema beroepen.  
(afbeelding: Klasse voor leraren, april 2012)


Het werd een moeizame start.  Schrijven, schrappen, nalezen, herschrijven, verwijderen, opnieuw schrijven, structuur zoeken, verplaatsen en vooral veel twijfelen.  Bij het nalezen van de eerste alinea werd het duidelijk dat de geschreven tekst niet voldeed aan het vooropgestelde onderwerp.  Het thema is veelzijdiger.  Het werd moeilijk om na een verengde inleiding de boel open te trekken naar een tekst die de maatschappijlading zou dekken.  De geschreven zinnen worden even 'on hold' gezet.  Later misschien meer over het thema beroepen.




Naderhand bekeken, verwondert het me niks dat het opmaken van een tekst over het domein maatschappij niet zo eenvoudig is.  Maatschappij is alomtegenwoordig.  Maatschappij is veelomvattend.  Overal en altijd maken mensen deel uit van de samenleving.  Het gezin waarin we leven, onze buren, kennissen, familie, klasgenoten, collega's, toevallige passanten, gezaghebbers, ... telkens andere situaties, telkens andere contacten.  Opeens was het ook niet meer verbazend dat twaalfjarigen niet meteen optimaal scoorden voor de proef.  


Volgens de eindtermen valt het domein maatschappij onder te verdelen in 3 rubrieken: bij de sociaal-economische verschijnselen gaat het onder meer om handel drijven, arbeid en beroepen en het principe van vraag en antwoord.  Het bestuderen van groepen, levensbeschouwing en multiculturele samenleving vinden we bij de sociaal-culturele verschijnselen.  De politieke en juridische verschijnselen tenslotte omvatten het besturen van gemeente en land, de samenwerkingsverbanden tussen landen en niet te vergeten de wetgeving met rechten en plichten.  


De kinderen verwerven kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes ten aanzien van het collectieve in de samenleving.  Wanneer wereldoriënterend onderwijs gericht is op het ontwikkelen van basiscompetenties die het kinderen nu en later mogelijk moeten maken om te functioneren in de maatschappij, dan mogen een aantal eindtermen die rechtstreeks verwijzen naar essentiële elementen van die maatschappij zeker niet ontbreken.  Daarom werd binnen dit domein een selectie gemaakt van maatschappelijke verschijnselen en mechanismen waarvan jonge kinderen zich gaandeweg - o.a. via het onderwijs - een correct beeld zouden moeten vormen.  Daarbij worden ze stilaan vaardig om zich op een sociaal weerbare en respectvolle wijze te gedragen.  (uitgangspunten eindtermen wereldoriëntatie, domein maatschappij)
Vertaald naar de klas zullen de verschillende aspecten van het domein nog verder ingedeeld worden.  Zo kan gekomen worden tot een structuur die voor leerlingen en hun leerkracht overzichtelijk wordt.  Door aanvankelijk de leerstof en vaardigheden stap voor stap aan te brengen, zullen deze voor de kinderen helder zijn.  Het mag hier echter niet bij blijven.  Maatschappij is een combinatie van diverse aspecten waarbij verschillende competenties samengebracht dienen te worden.  In 17 eindtermen, verdeeld over de drie verschijnselen, komt het volledig domein aan bod.  Deze zijn bewust globaal geformuleerd om relaties te kunnen leggen tussen verschillende onderdelen.  Ter illustratie eindterm 4.13: "De leerlingen kunnen het belang illustreren van de fundamentele Rechten van de Mens en de Rechten van het Kind.  Ze zien daarbij in dat de rechten en plichten complementair zijn."  Een hele boterham om over te brengen naar de lessen wereldoriëntatie.  Om maar te zeggen dat ik het kan begrijpen dat onze twaalfjarigen niet erg wereldwijs zijn.  Het lijkt zelfs voor mij, als leerkracht, op het eerste zicht een niet al te gemakkelijke opdracht.


Wordt ongetwijfeld vervolgd...


bronnen:
artikel Klasse
peiling wereldoriëntatie in het basisonderwijs
uitgangspunten eindtermen wereldoriëntatie