donderdag 26 december 2013

iPadbeleid

IPads in de klas is één.  Er doelbewust mee aan de slag is iets anders.  Sinds we vorig schooljaar met iPads werken op onze school is de digitale experimenteerdrang van mij en de collega's er danig op vooruitgegaan.  Al van bij de start was het ons duidelijk dat het hier niet bij mocht blijven.  Na een vol schooljaar de leerkrachten en leerlingen er hun ding mee te laten doen, is het nu tijd om de werking van de iPads grondig in het ICT- en schoolbeleid te integreren.  Hierbij trachten we niet alleen oog te hebben voor de horizontale lijn, waarbij elke klasleerkracht de iPad voor zijn lessen zal gebruiken.  Maar we namen ons ook voor een verticale lijn op te bouwen, vanaf de kleuterschool tot aan het zesde leerjaar, waarbij voor bepaalde domeinen de iPad zal moeten worden ingeschakeld.  Zo ontwikkelen we een opbouwende leerlijn waar de doelen uit het leerplan centraal staan.  Dit schooljaar starten we met een opbouwend aanbod voor de domeinen techniek en muziek.  Na heel wat opzoek-, wik- en weegwerk werden onderstaande leerlijnen ontwikkeld.  

Het is de bedoeling dat deze apps niet vrijblijvend in de klas worden aangeboden.  De leerkracht zou er op moeten toezien dat ál zijn leerlingen gedurende het schooljaar deftig met de apps aan de slag is kunnen gaan.  Hierbij moet natuurlijk de kanttekening gemaakt worden dat het aanbieden van de apps niet de bedoeling heeft om de werkelijke muziek- en technieklessen te vervangen.  Ze zijn een toevoeging aan het curriculum. 




maandag 2 december 2013

Boekjes maken

Kinderen leren lezen.  Het is haast niet voor te stellen hoe geweldig dat is.  Het laat ze toe om zelfstandig verhalen te beleven.  Er bestaat toch niets mooiers dan je fantasie elke keer opnieuw te kunnen verrijken.  Sinds we vorig schooljaar de leesbevordering extra in het daglicht stelden op school, werden we ons er nog meer van bewust dat lezen veel meer is dan enkel het verklanken van een geschreven tekst.  Kinderen interesse doen krijgen in verhalen, hun woordenschat en communicatieve vaardigheden versterken en hun taalgevoel aanwakkeren.  

Al vanaf de vierde aangeleerde letter (s) kunnen onze leerlingen in principe hun eerste zelf ontstane woord lezen: m...i...s... .  Hun ogen gaan open.  Ze staan versteld van zichzelf.  Dát moment, wat bij elk kind op een ander tijdstip komt, is het begin van een nieuw hoofdstuk.  Het maakt de kinderen meer zelfstandig, rijker.  Het staat ze toe de verbeelding in geschreven tekst te zien.  En te begrijpen.  Erg waardevol om daarvan deel te mogen uitmaken.

Het leesproces verloopt niet bij alle kinderen even snel.  Niet iedereen is meteen mee met de automatische synthese van letters en het correct verklanken van woorden.  Toch kunnen we ervoor zorgen dat boekjes ook hen erg aanspreken.  Sinds begin van dit schooljaar startten de eenaatjes met het zelf maken van boekjes.  Bij elk thema krijgen ze kans om hun ervaringen te tekenen op een A-vijfje.  Terwijl zij daarmee aan de slag zijn, maak ik een voorblad.  Alle tekeningen worden na verloop van tijd gebundeld, zodat ze een boekje vormen.  Het valt me op dat de kinderen, vaak tijdens vrije momentjes in de klas, verder tekenen aan hun bijdrage voor het themaboekje.  Wanneer hun prent klaar is, wordt die aan mij bezorgd.  



In de zithoek is er naast de plaats met de klassieke leesboekjes nu ook een hoekje voorzien voor die themaboekjes.  Tijdens het leeswerk wordt er regelmatig in 'gelezen'.  Alle prenten bij elkaar vormen een bron van creatieve verhalen.  De eenaatjes worden er door uitgedaagd om hun fantasie een level hoger te doen krijgen.  Ze vinden het fijn om de verhalen die ze maken aan de hand van andermans tekeningen aan elkaar te vertellen.  De collectie van boekjes is ondertussen uitgebreid genoeg om telkens opnieuw verrast te worden.  Bovendien stellen de boekjes hen in staat om terug te blikken op de vorige thema's.  Het enthousiasme tijdens het werken met de zelfgemaakte boekjes geven zowel de kinderen als mezelf een ontzettende boost om een nieuw themaboekje te maken.  Eenvoudig, maar zo zinvol!

zondag 24 november 2013

De nieuwe schoolsite

Eind augustus werd de schoolsite gehackt.  Foetsie.  Niet rampzalig.  Onze host maakt regelmatig  een back-up en in 1-2-3 was hij terug online.  Toch kreeg ik de raad een nieuwe te ontwikkelen in een recentere versie van Joomla.  De vorige site draaide al enkele jaren op de verouderde Joomla 1.5.  Dus werd het tijd om alle voorwaarden voor een nieuwe schoolsite op een rijtje te zetten.  Om alzo een nieuwe vaste internetstek te ontwikkelen.



Een schoolwebsite is in de eerste plaats een communicatiekanaal.  Hij is bedoeld om mensen te informeren over het leven op school.  Eenrichtingsverkeer, dus.  Deze info kan zowel van praktische als inhoudelijke aard zijn.  Belangrijk hiervoor is vooraf te weten te komen welke bezoekers de schoolsite aantrekt.  In eerste plaats wordt natuurlijk aan de ouders van leerlingen op school gedacht.  Daarnaast zullen ook hun grootouders de site een bezoek brengen.  Maar ook oud-leerlingen, stagiaires en hun docenten, sollicitanten, leerkrachten (zowel die van de eigen als die van andere scholen), ouders van nieuwe leerlingen en de leerlingen zelf (zowel thuis als op school) mogen niet vergeten worden.  Bovendien viel het me tijdens onze week van doorlichting op dat de betreffende inspecteurs vooraf ook regelmatig een kijkje kwamen nemen.  In hun gesprekken verwezen ze wel eens naar de inhoud van de schoolsite.  Het was voor hen een reflectie van het leven op school.  Dat hele netwerk rond de school moet zijn ding uiteraard zo snel mogelijk weten te vinden.  

Laatst hoorde ik nog het verhaal van een ouder van een instapkleuter die de schoolkeuze liet afhangen op basis van de website.  Een goed opgebouwde site is een weerspiegeling van een gestructureerde school.  De schoolsite kan dus echt wel een eerste kennismaking zijn met de school.  Een betekenisvolle boodschap die ouders de kans geeft zich het leven op school te kunnen voorstellen.  Ook de kleuterjuffen gebruiken de schoolsite actief in hun klas.  De foto's van voorbije activiteiten zijn via het menu te vinden per leerjaar.  In hun klas openen de kleuterjuffen hun leerjaar.  De kleuters bekijken in groep de foto's die gemaakt werden.  Een mooie evaluatieoefening die het geheugen en de taalvaardigheid van de kleuters stimuleert.

Een tweede vraag die moet worden gesteld, is waarvoor de sitebezoekers de schoolsite raadplegen.  Wat willen ze te weten komen, zien, lezen of opzoeken?  Is het belangrijk om een ellenlange historiek te schrijven die slechts één bezoeker op een maand zal raadplegen?  De schrijf- en opmaaktijd van deze informatie zal niet renderen en mag dus eerder als nutteloos beschouwd worden.  Het is duidelijk dat de informatie die het vaakst opgeroepen wordt ook het snelst vindbaar moet zijn.  Om een beeld te krijgen van het verkeer op de schoolsite en de vaakst bezochte pagina's integreerden we eerder al Google Analytics.  Zo werden op de nieuwe schoolsite deze items eenvoudiger te vinden.  Om bezoekers nog sneller bij hun informatie te krijgen mag een zoekvak uiteraard niet ontbreken.  Om bezoekers naar de juiste plek te verwijzen, kan het belangrijk zijn te weten welke zoektermen worden gebruiken.  Deze woorden zullen moeten worden gebruikt in de artikels op de site.

De belangrijkste pagina waar alle bezoekers op terecht komen, is natuurlijk de homepage.  Hierop moet dan ook de voor hen meest nuttige informatie gedeeld worden.  Aangezien het een schoolsite betreft, zullen hier ongetwijfeld kinderen op te zien zijn.  Liefst nog al lachend, wat duidelijk maakt dat het fijn vertoeven is, hier op school.  De homepagina bevat tevens het menu.  Deze zorgt voor een gestructureerde indeling van de website.  Het moet voor bezoekers meteen duidelijk zijn waar ze de informatie die zij zoeken, kunnen vinden.  Aangezien het leven en leren op school een steeds voortdurend proces is, zal de homepage van de schoolsite best ook vaak veranderend zijn.  Bezoekers kunnen zo het proces van het leven op school volgen.  Het is nuttig om hen duidelijk te maken wat de veranderingen zijn op de site.  Dit is mogelijk via een blog op de homepage.  Verder kan ook een box of module 'meest recente items' toegevoegd worden.  Dit alles geeft de website een dynamisch effect.  De schoolsite mag leven.  

Sinds enkele jaren kozen we ervoor om sociale media te integreren in de schoolsite.  Het netwerk van de gemiddelde Vlaamse school spendeert veel van zijn online tijd op Facebook.  Het leek ons dan ook erg evident om een Facebookpagina aan te maken waar alle nieuwe items van de schoolsite op vermeld worden.  Bovendien werd de inhoud van de website voorzien van de gekende social media buttons.  Een toevoeging waarop ik nog steeds trots ben.  Regelmatig zie ik op Facebook of Twitter een verwijzing naar onze artikels verschijnen.  Het delen van artikels via Facebook maakt het netwerk rond de school nog breder, waardoor de schoolsite een groter bereik heeft.

De website mag kleur hebben, vrolijkheid uitstralen.  We willen echter allemaal dat de kinderen graag naar school komen.  Dit positief welbevinden mag zich online reflecteren.  Toch moet ook hier een grens in zijn.  De informatie primeert op alle toeters en bellen.  Verspringende kaders, flitsende foto's en andere opvallende snufjes kunnen technisch erg fijn zijn.  Toch is een school in eerste plaats een instantie waar kinderen de nodige rust kunnen vinden om tot leren te komen.  Een goede verhouding in frisse, kleurrijke vrolijkheid en rustige eenvoud is dus gewenst.  Bovendien dient er rekening gehouden te worden met het feit dat websites tegenwoordig niet enkel op de pc worden bekeken.  Tablets, smartphones of zelfs slimme 'beeldbuizen' worden ook door ons publiek gebruikt.  Niet op al deze apparaten is het mogelijk om bijvoorbeeld flashtoepassingen te bekijken.  Om te bekijken hoe je site op verschillende devices en browsers zichtbaar is, volstaat het de URL in te geven in BrowserShots.

Nog steeds bereikt onze schoolsite gemiddeld ruim 200 bezoekers per dag, met pieken naar vier- à vijfhonderd bij speciale gebeurtenissen (schoolfeest, sportklassen, grootouderfeest,...).  Een aantal om trots op te zijn.  Dat betekent dat de website leeft.  Het werk dat erin gestopt wordt, rendeert.  Elke nieuwe fotoreeks probeer ik zo snel mogelijk online te plaatsen, waardoor de site levendig lijkt.  

Klaar is hij nog niet.  Dat zal hij ook nooit zijn.  Ik zou nog graag tags toevoegen aan de fotoreeksen, waardoor bezoekers na het bekijken van een reeks hun weg ook verder vinden binnen een zelfde thema.  Op de korte termijnplanning staan nog het systeem voor de reservering van laptops door leerkrachten (na inloggen op de homepage), wijzigen van de favicon (het kleine logootje in het tabblad en toevoegen van meer metadata voor het eenvoudig zoeken in Google en co.  Een work in progress.

Handige tools:
Google Analytics
BrowserShots 
WebPageTest
Online Web Check

Tips voor een goede schoolsite:
42.bis
André Manssen
TeachHub
Green Schools Online
Site4School

Met dank aan Jan voor de behulpzame inzichten.

zondag 20 oktober 2013

15 kaarsjes voor KC!

Beste meneer De Four,
Hallo Hans,

Het moet ongeveer 10 jaar geleden zijn geweest toen ik kennismaakte met jouw "kind".  Na mijn professionele tussenstops in allerlei privésectoren, koos ik er opnieuw voor om voor de klas te staan.  De mentor die mij op mijn toenmalige school werd aangewezen, ontdekte pas jouw website met gratis te downloaden lesmateriaal.  In tijden nog lang voor sociale media moest KlasCement het vooral hebben van mond-aan-mond-reclame.  Ook zo bij mij, dus.  Sinds september 2004 kom ik geregeld langs.  Niet wetende dat je project ondertussen al zes jaar oud was, noch dat de geestelijke vader ervan een leerkracht zelve was.  Een collega met ongetwijfeld een wild idee.  Eén die zijn leerlingen wilde inspireren door het onderste uit de kan te halen en hen uit te dagen dat nét ietsje extra te bereiken.  Een project waarvan je je het verloop beslist niet had durven dromen.  Het internet betekende in die tijd vooral consumeren.  Computers in de klas werden vaak met lede ogen aanzien.  Mark Zuckerberg was net de basisschool ontgroeid toen jij met het idee kwam om leerkrachten samen te brengen en te laten samen werken via het internet.  Je tijd ver vooruit, dus.

Dit jaar mag jouw KlasCement 15 kaarsjes uitblazen.  Een feest dat aan niemand mocht voorbijgaan.  Eén derde van alle Vlaamse leerkrachten, 60 000 in totaal, maakte al kennis met je opgegroeide kind.  Ze werden allemaal uitgenodigd.  Slechts 250 mochten er bij zijn.  Een bescheiden feest.  Zeker in vergelijking met de ICT-praktijkdagen waarvan je er jaarlijks een paar organiseert.  De laatste jubileumeditie ervan kende wel 1000 bezoekers.  Die bescheidenheid was het eerste wat me bij je opviel, daar op het ministerie van onderwijs.  Liever dan jezelf in de bloemetjes te zetten, koos je ervoor om bijna tien magnumflessen van een Gentse streekdrank mee te zeulen in de trein.  Één voor elke (oud-)medewerker van KlasCement.  Het kleinste flesje hield je zelf.  Je deelde tablets uit aan twintig leden die de voorbije jaren een steentje bijdroegen door hun lesmateriaal te delen.  Ik mocht er één mee naar huis nemen.  Vlak voor het nemen van de groepsfoto der gelauwerden werd nog geroepen dat jij er zeker niet op mocht ontbreken.  We kennen je trouwens allemaal als discjockey en ultieme muziekliefhebber.  Je Twitternaam liegt er niet om.  Ik zou je graag aan het werk zien.  Want naast de passie voor onderwijs delen we ongetwijfeld dezelfde Duystere muzieksmaak.  Nee, we zagen je niet op het podium verschijnen.  Die eer gaf je aan een pianist, die zijn werk uiteraard voortreffelijk deed.  

Al menige week stond ik te popelen om naar Brussel te trekken.  Niet alleen om die prachtprijs in ontvangst te mogen nemen, ook om interessante mensen te mogen ontmoeten.  Want telkens wanneer jij mensen bij elkaar brengt, is het feest.  De sociale media heeft dat feest nog goter gemaakt.  Meer bepaald op Twitter passeren deze mensen erg vaak met dezelfde passie de revue.  Vaak moet ik tweemaal kijken en de transfer maken van een fotootje van 2 op 2 centimeter naar het echte gezicht.  Maar ik vind ze wel.  Of wordt gevonden.  Elke keer opnieuw krijg ik de gelegenheid om iemand nieuw te mogen ontmoeten.  Praten over koetjes en kalfjes.  En natuurlijk over onze taak in de snel veranderende maatschappij.  Je bent je duidelijk bewust van de kracht van deze ontmoetingen.  Op de ICT-praktijkdagen staat tussen de sessies door het netwerken centraal.  Waardevolle momenten die leerkrachten opnieuw dichter bij mekaar brengen.  Er wordt tijd voor gemaakt.

Je bent een doorbijter, Hans.  Een volhouder met ambities.  Je hebt je kind groot gebracht tot wat het nu is.  Dankzij jouw uithouding is KlasCement gegroeid tot wat het nu is.  Je hebt je laten omringen door de juiste mensen.  Leerkrachten met een missie.  Met elk hun eigen talenten.  Op de juiste stoel binnen het KlasCementteam.  Je vertrouwde je kind aan hen toe.  Je durfde het uit handen geven.  Ik schrok van de aankondiging van je nieuwe carrièrezet.  Directeur af en halftijdse terug naar het Gentse. Erg benieuwd naar wie het aandurft het roer van je over te nemen.  Eveneens benieuwd naar je nieuwe uitdaging en je nieuwe aandeel in het Vlaamse onderwijsland.

Ondertussen is KlasCement zo gegroeid dat je vermoedt dat het ledenaantal zal blijven stilstaan.  Toch durf ik beweren dat er steeds meer leden zullen bijkomen.  De docent aan de lerarenopleiding uit het halfrond gaf al aan dat hij zijn studenten verplichtte hun lesmateriaal te delen.  Steeds meer nieuwe, jonge collega's zullen de weg vinden naar hét onderwijsplatform in Vlaanderen.  De populariteit kende aan het begin van dit jaar een hoogtepunt door te worden opgenomen in het hol van onze minister.

Vergeef het me, Hans, dat ik deze blog zo persoonlijk naar jou toe richt.  Het had ook naar het hele KC-team gekund.  Of naar de organisatie.  Ik waardeer erg het werk dat jullie verrichten.  Allemaal geboren om voor de klas te staan, maar er toch voor kozen om collega's te inspireren.  Met een ongekend enthousiasme.  Een familie waar ieder zijn eigen functie heeft en die rol met glans vervuld.  Ik koos ervoor om jou aan te spreken omdat je bescheidenheid jou siert.  Je legde ondertussen een weg af die minder evident is voor een leerkracht.  Zonder ook maar één keer te vergeten waar de basis ligt van die weg: ín de klas.  Ik zal niet de eerste en zeker niet de laatste zijn die je symbolisch in de bloemen wil zetten.  Dat maakt het echter niet minder nodig dit alles te zeggen.  We leerden immers op de normaalschool dat wanneer iemand iets goeds heeft gedaan, je dat ook moet zeggen.  Vandaar dus, deze ode aan jou, jouw KlasCement en het hele KlasCementteam.

Bedankt voor het mooie feest.
Bedankt voor die mooie tablet.
Bedankt voor de schitterende vernieuwingen aan KlasCement.
Bedankt om leerkrachten dichter bij elkaar te brengen.

Proficiat met de 15de verjaardag!

Tot binnenkort!
Ive

NoLove by ive hapers on Grooveshark

zondag 6 oktober 2013

Al zingend het jaar rond!

Tijdens de infoavond, aan het begin van het schooljaar, probeer ik de ouders gewoonlijk te waarschuwen voor mijn zangtalenten.  "Verwacht van mij niet dat de kinderen aan het eind van het schooljaar constant op perfecte toonhoogte zullen kunnen zingen."  Mijn muzische kwaliteiten situeren zich duidelijk ergens anders.  Tijdens het zingen primeert het enthousiasme.  Want wie zingt, is vrolijk.  Wie vrolijk is, die zingt.  Die zit trouwens ook goed in zijn vel.  En laat dat nou net zo belangrijk zijn in het onderwijs.  Met kinderen die zich gelukkig voelen, is zoveel te bereiken in de klas.  Het belang van muziek in het onderwijs kan niet genoeg benadrukt.  Al vaker schreef ik over passief muziek beleven.  

Sinds dit schooljaar starten onze eersteklassers met een wekelijks klaslied.  Elke week een nieuw muziekje.  Elke week een nieuw lied. Parallel met de thema's van de leerstof.  Starten deden we met het populaire vliegerlied.  Een heerlijke meezinger en -danser.  Alle remmen los, net als alle armen en benen.  "Het is weer een mooie dag!", luidkeels door het schoolgebouw.  De eenaatjes enthousiast.  Zo zie ik ze graag.  "Wanneer horen we het klaslied nog eens, meester?", is ondertussen al een vaak gestelde vraag.


Vorig schooljaar al worstelde ik met een wekelijks lied in de klas.  Een muzikale rode draad doorheen de week.  Herkenbaarheid voor de kinderen.  Vrolijkheid in de klas brengen.  Tijdens de voorbije vakantie begon mijn zoektocht naar gepaste liedjes voor zesjarigen.  Liedjes die aansluiten bij onze thema's.  Waarvan de tekst en melodie niet al te moeilijk zijn.  Op YouTube vond ik al snel mijn ding.  Om de gepaste liedjes snel te kunnen terug vinden, verzamelde ik ze op een yurls.  Elk klaslied plaatste ik alvast in een maand om zo het ganse schooljaar de klasliedjes goed te kunnen terugvinden.  Van elk klaslied vind je op de yurls ook een fiche met de tekst die de kinderen mee naar huis kunnen nemen.


Elke week een nieuw lied.  Ons klaslied.  Maandagochtend zijn de eenaatjes al stilaan nieuwsgierig naar het nieuwe klaslied.  De voorstelling ervan hoort ondertussen al bij de weekopening.  We gebruiken 'm niet enkel om zo maar vrije momentjes te vullen.  We stoppen ons werk wanneer het klaslied door de luidsprekers galmt.  Wanneer we onze spullen opruimen, hebben we de tijd tot het lied is afgelopen.  De kinderen die al klaar zijn, bekijken het filmpje en zingen mee.  Wanneer de rij vertrekt door de gang, zingen we allemaal samen erg zachtjes ons klaslied.  Eenmaal op de speelplaats barst de zangstonde los.  Leuke blikken van andere leerlingen.  Zingen brengt sfeer mee.  Wie het kent, zingt mee.  We genieten ervan.  En laat net dát zo enorm belangrijk te zijn bij de muzikale lessen.


10 tips waarom je zou zingen in de klas:
  1. Je kan er niet omheen: zingen maakt je vrolijk!
  2. Zingen maakt ook slimmer.  Dat blijkt uit tal van onderzoeken.
  3. Door te zingen, krijgen kinderen - net als bij het beluisteren van verhalen - een grotere woordenschat aangeboden.
  4. Op gepaste tijden liedjes zingen brengt structuur in de dag.  
  5. De kinderen komen op een andere manier in contact met taal: het ritme, de melodie, het rijmen en de intonatie zijn vaak belangrijke factoren in liedjes.
  6. Kinderen die samen zingen, ervaren samenhorigheid.  Het zingen bevordert de klassfeer.  Kinderen voelen zich verbonden met de klas en de medeleerlingen.
  7. Zingen bevordert de luister- en concentratievaardigheden van de kinderen.
  8. Liedjes zingen geeft zelfvertrouwen.  Zo voelen kinderen zich beter in hun vel, waardoor het leren beter zal gaan.
  9. Door te zingen worden kinderen zich meer bewust van communicatieve vaardigheden.  Het tempo, volume en ritme zijn belangrijk bij zowel zingen als een gesprek met iemand anders.
  10. Tenslotte is zingen ook goed om het geheugen te trainen.  De tekst steeds opnieuw zingen, niets vergeten.  Zowel bij refrein als de verschillende strofes.

BRONNEN:

zondag 29 september 2013

Creatief verrast door zesjarigen

Het was een behoorlijk snel in elkaar gestoken muzische les.  Ik moet het nog terug gewoon worden, lesgeven op vrijdagnamiddag.  De vorige jaren mocht ik dan steeds aan computers prutsen tijdens mijn ICT-uren.  Dit schooljaar paste dat niet in de planning.  Waardoor ik mijn eenaatjes opnieuw een zalig weekend kan toewensen.

Op vrijdagnamiddag staat op school steevast muzische vorming gepland.  Dat is al jaren zo.  Toch liet ik me verrassen, die eerste vrijdag.  's Middags de mogelijkheden overlopen.  Het was kort dag.  Met dank aan Pinterest en de verzameling geweldige ideeën aldaar, koos ik ervoor mijn leerlingen te laten kennismaken met de doodlewereld.  Doodles is een verzameling kleine, vaak snel getekende vormpjes, karakters of tekeningetjes samen op een blad.  Ik snuister graag, bij een overvloed aan tijd, tussen doodles van anderen.  De eenvoud ervan spreekt aan.  Enkel zwart en wit.  Een volledig blad gevuld met tekeningetjes of patronen.  De drukte van de prent geeft rust.  Het zijn al die kleine onderdeeltjes van die grote machine die de aandacht nemen.  Je kan er in verdwalen zonder het beeld van het geheel te vergeten.



Aan de slag, dus!  Starten deden we met lijnen.  Een aviertje vol.  Horizontaal van rand naar rand.  Met de zwarte stift.  Een tweede aviertje volgt.  Lijnen kriskras door elkaar, opnieuw van rand naar rand.  Op deze manier maken we vormen.  Het derde aviertje krijgt vormpjes, figuurtjes en patroontjes.  Zo stellen we onze 'zentangle' samen.  Tijd voor het echte werk.  Met de nodige voorbereiding was het voor de eenaatjes vrij snel duidelijk hoe hun creatie er uit zou zien.  Op een groot stevig blad tekenden we lijnen die de randen van het blad met elkaar verbonden.  Zo mochten recht, schuin of gebogen zijn.  Kriskras door elkaar.  We mochten de gemaakte vormen niet uit het oog verliezen.  De grootte ervan was van belang.  Een heel groot wit vlak kreeg nog een extra lijn.  Ondertussen klonk de Buddha Bar muziek door de klas.  Spotify heeft ook in het onderwijs zo zijn voordeel.  De muziek zorgt voor een extra kalmte.  De kinderen aan het werk.  Allen strevend naar hun doel: geen plekje op het blad mag ongeschonden blijven.  Geïnspireerd door de voorbeelden die op het digibord verschijnen.  Op Pinterest maakte ik een bord aan met verschillende voorbeelden.  Niet om ze eenvoudigweg over te nemen, maar om ideeën op te doen.  Welke patronen kunnen de kinderen nog gebruiken?  Hoe worden de vormen verder gevuld?  Ook bij elkaar konden ze gaan kijken.  Met de nodige complimentjes werden de creaties van elkaar bestudeerd en goed bevonden.  En terecht.  Naarmate het werk vorderde, kwamen pareltjes te voorschijn.  Gemotiveerd door Buddha Bars geluidjes vonden de eenaatjes de rust in zich, wat uitermate bleek op hun blad.  



De werkjes maken me trots.  De leerlingen hebben heel wat in hun mars.  Door de juiste snaren te bespelen, overtuigen ze ook zichzelf van hun talent.  De achterwand van de klas is momenteel een schittering van kunstwerkjes.  Gemaakt met het nodige geduld en kunde.  Ze doen me denken aan een oude blog van Bram Faems waarin hij naast het proces van de lessen beeld ook steeds het product belangrijk achtte.  Niettegenstaande de recente visies op het muzisch onderwijs, mag een proces ook afgerond worden met een afgewerkt product dat er netjes uitziet.  Het wakkert de trots aan, geeft verantwoordelijkheid.  Aan de leerkracht om die zaken net te gebruiken in zijn muzische lessen!

zaterdag 7 september 2013

Diginaakt voor de klas

En toen gebeurde het.  Vijf minuten over negen, tijdens de tweede schooldag van het nieuwe schooljaar.  PLOF.  Een niet overdreven luid, maar toch opmerkelijk geluid.  Het kwam van boven.  Soms grap ik wel eens dat, in al ons enthousiast gehak-en-geplak, juf Els in de klas boven ons van haar stoel zou vallen.  Maar dit klonk anders.  Ongetwijfeld...  Ik wist niet wat ik hoorde.  Nooit gehoord, in mijn lokaal.  Alle ogen keken boven me uit.  Enkele monden open.  Een moment muisstil.  

"Meester, daar kwam rook uit!"

Ze zijn pienter, die nieuwe eenaatjes,  Ik heb ze nu al graag!  Niet wetend hoe te reageren, keek ik naar boven.  De projector die ons zonet nog op 'Het Vliegerlied' trakteerde, gaf een rood knipperend lichtje.  De lamp stuk.  Ontploft!

Daar stond ik dan.  Klaar om te starten aan 'maan'-dag 1, zoals de nieuwe les Veilig Leren Lezen heette.  De leerkrachtassistent van Zwijsen zou ons naadloos doorheen de leerstof leiden.  Ik ben fan!  Het sprekende bord dat samen met ons het nieuwe woord hakt en plakt.  De praatplaat die ons het ankerverhaal doet herbeleven.  De powerpoint voor de rekenles flitst door mijn hoofd.  Eén waarvoor ik gisterenavond nog op zoek was naar de juiste prenten.  De les wiskunde zou starten in de polyvalente zaal met een spel over meer en minder.  De schematische verwerking aan het bord zou meer abstractie geven om zo aan de slag te gaan in het rekenboek.  De kinderen keken al uit naar hun eerste les rekenen. 



Het moeten maar enkele seconden geweest zijn.  Toch flitste er veel door mijn hoofd.  Vooral de zin "Wat nu?" blijft me bij.  Ik zie me daar staan.  Alsof ik aankom in een zwembad zonder zwembroek bij te hebben.  Maar toch de Grote Sprong moet wagen.  Half ontredderd.  Back to basics.

Het digibord was de laatste vier jaar mijn partner in de klas.  Hij liet me niet in de steek.  Zelfs niet die keer toen ik de dag voordien tamelijk laat ging slapen wegens een niet te missen concert.  De stem nog schor, het hoofd vol muziek en de zin om terug te gaan slapen.  Het vertrouwen was groot.  Lesvoorbereidingen worden gevuld met online tools en games.  De laptop staat vol met presentaties en interactieve oefeningen.  Chrome staat standaard op mijn Yurls met digibordbronnen.  De wereld in de klas.  Afbeeldingen via Google ter verduidelijking.  Vreemd, hoe snel praktische hulpmiddelen gemist kunnen worden.  

Ik kan het me nog vaag herinneren: de tijd van het krijtbord.  Het pre-digitale lesgeven.  De dagelijkse dosis (krijt)stof die door de klas zweeft.  Bij het uitzwaaien van de leerlingen een doekje bevochtigen om het bord terug spik en span te krijgen.  Klaar voor de volgende dag.  De voorraad krijtjes die nog steeds in de kast staat, doet me nog regelmatig aan deze periode denken.  Ze worden af en toe gebruikt.  De zijvlakken van het krijtbord zijn verhuisd naar de blanke muren in de schoolgang.  Eenaatjes die klaar zijn, mogen hun creatieve kunsten hierop uitleven.

Gelukkig was de ontbloting van korte duur.  Op woensdag werd een nieuwe lamp besteld.  Op donderdag kwam ze aan op school.  De technieker in mij heeft het klaargekregen om de lamp op donderdagavond te vervangen.  We sprongen samen een gat in de lucht vrijdagochtend, toen bleek dat het 'toverbord' terug werkte.  Het digitale lesgeven kan terug beginnen.  En hoe!  Een geweldige lichting eenaatjes!  Eentje om nu al in te kaderen.  Ze lachten niet met mijn sprong in het diepe water.  Ze leefden mee.  "Is de lamp al gemaakt?", was een vaak gehoorde vraag in de klas.  Ik heb zin in het nieuwe schooljaar.  Ik reken er op dat mijn digibord er ook zo over denkt...


Voor alle duidelijkheid: analoog lesgeven lukt nog.  Het duurde wat langer eer ik vertrokken was.  Ik moest het terug gewoon worden.  Het juiste materiaal er terug bijnemen.  Back to basics voor enkele dagen... het heeft wel wat.  Maar geef mij toch maar het digitale lesgeven.

dinsdag 27 augustus 2013

Waar staan we dan?

Het leek een doodgewone vraag.  Zo één die je wel vaker krijgt.  Tot ik er wat dieper over ging nadenken.  Tijdens onze ICT-babbel aan de vooravond van het nieuwe schooljaar kreeg ik van de nagelnieuwe directie alvast de opdracht mijn hoofd te breken over de komende 6 jaar.  Na een eerste denkronde bleek het een heuse uitdaging te worden.  Er werd me gevraagd een budgetplan op te maken voor technologische toestellen binnen dit en zes jaar.   Waar heeft de school in die tijd behoefte aan op ICT-gebied?  Volstaat het om het computerpark te updaten?  Kunnen we de mobiele laptopklas uitbreiden?  Investeren we in extra tablets?

Ik herinner me nog goed toen ik ruim tien jaar geleden de eerste stap zette in mijn huidige school.  Elke klas beschikte over maximum 2 pc's voor de leerkracht en al zijn leerlingen.  Af en toe werd deze aangezet.  We zochten samen wel eens wat op.  Alle ogen naar het scherm gericht.  Het rekenweb  was nieuw.  Van YouTube of Facebook was nog geen sprake.  De Nokia 3310 was razend populair.  Draadloos internet was een ver-van-mijn-bed-show.  Tien jaar geleden lijkt lang niet zo ver terug.  Maar als je weet hoe snel de technologische wereld  geëvolueerd is, blijkt er in tien jaar enorm veel te kunnen gebeuren.  

Ondertussen geven we allemaal les met een digibord, hebben we overal supersnel wifi op school.  We maken gebruik van de cloud om onze lessen voor te bereiden en te delen.  Nuttige webtoepassingen vliegen in onze schoot.  Reikhalzend nemen we ze aan en gebruiken ze in onze lessen.  De wereld is kleiner geworden.  Het leven sneller.  Alles moet onmiddellijk kunnen worden opgezocht.  Iedereen bereikbaar.  Leven zonder sociale mediastatus is bijna uitgesloten.  Nieuwe werknemers worden gegoogled nog voor ze de hand geschud worden.  De technologische wereld kent geen grenzen.  Het lijkt een exponentiële vooruitgang die we niet meer kunnen stoppen.  Het onderwijs springt mee op de kar en integreert manieren waarbij ICT een prominente rol speelt.  

'Is het nodig om als school nog te investeren in pc's?' was mijn open maar gemeende vraag aan het Twitteruniversum.  'Zullen we binnen zes jaar nog steeds werk aanbieden aan onze leerlingen waarvoor zij naar een computerhoek in de klas moeten gaan?', de onderliggende betekenis.  Zullen we, wanneer we hen met muis- en toetsenbordwerk aan het werk zetten, niet ongelooflijk achterop lopen?  Hunkerend naar alles met touchscreen?  Snel, mobiel en bereikbaar, lijken de codewoorden in de huidige generatie.  Op mijn Twittervraag kreeg ik diverse, verrassende antwoorden.  Sommigen zien, ook het basisonderwijs, verder evolueren naar BYOD (Bring Your Own Device).  In dit systeem zorgen de leerlingen zelf voor hun ICT-middelen, de leerkracht en school voor de omkadering en inhoud.  

Om meer zicht te krijgen op het onderwijs van morgen ging ik ten rade bij Kennisnet.  Op hun website vind je verschillende onderzoeksrapporten over het leren van de toekomst.  Een van deze rapporten is een vergelijkende studie tussen verschillende modellen van 21st century skills.  Deze bundeling van vaardigheden is in het leven geroepen om het onderwijs een antwoord te laten geven op de steeds sneller veranderende maatschappij.  Onze samenleving, zowel sociaal als economisch, wordt meer en meer bepaald door de opeenvolgende technologische ontwikkelingen.  Om hen op deze snel veranderende wereld voor te bereiden, zullen we naast rekenen, taal en de zaakvakken ook belangrijke competenties moeten aanbrengen aan onze leerlingen.  Zo blijken samenwerken, creativiteit, ICT-geletterdheid, communiceren, probleemoplossend vermogen, kritisch denken en sociale en culturele vaardigheden van grote waarde.  Daarnaast winnen drie attitudes aan belang: betrokkenheid, ondernemendere en nieuwsgierigheid.  Deze 21st century skills kunnen een beleid vormen voor het onderwijs van nu, aan de volwassenen van morgen.  Om hieraan te voldoen, zijn de juiste middelen wel erg mooi meegenomen.  Verder snuisterend op de Kennisnetwebsite vind ik tegenwoordig erg veel over augmented reality en sociale media.  Het lijken logische stappen te zijn in het onderwijs.  Snel, mobiel en bereikbaar.  

Of ook het basisonderwijs daadwerkelijk de stap maakt naar 1-1 ICT-onderwijs of BYOD, daarvoor lijkt het mij persoonlijk nog net te vroeg oordelen.  De voorspelling kan misschien gemaakt worden, het budget is dat nog niet.  De maatschappij, het netwerk rond de school en de school zelf zijn daar (nog) niet klaar voor.  We zitten, nog steeds mijn inziens, in een tussenfase.  De experimenteerperiode. Het werken met pc's en laptops goed ingeburgerd.  De stap naar allomtegenwoordig megamobiel, nog in overweging nemend.  Het is afwachten of dat binnen de samenleving een blijvertje wordt of voorbijgestreefd door ander, nieuwer, sneller materiaal.  De eerste voorzichtige stapjes zouden gezet zijn, de investering blijft nog even wachten.

Villemard (1910) Utopie, en l’an 2000: à l’école.

In mijn denkpiste en de verschillende knopen die ik hierin tegenkwam, stuurde ik een open vraag naar de helpdesk van Kennisnet.  Bestaan er studies wat betreft het onderwijs van de toekomst en/of de toekomst van het onderwijs.  Want het onderwijs neemt niet graag risico's.  Net wat (duur) materiaal betreft, maar ook niet qua inhoud en aanbod.  Terecht.

Het plan waarnaar vraag was, zal onderbouwd worden met informatie die zo correct mogelijk is.  Eventueel gestaafd aan studies, mochten deze er zijn.  De vraag die ik kreeg was er een met veel inhoud.  Het antwoord erop zal nooit correct zijn.  De voorspellingen die we maken, zullen een richting kunnen geven.  De toekomst zal het uitwijzen.  Ik zoek en blijf zoeken.  Wordt, zeker en vast, vervolgd!

BRONNEN:
DesignTaxi (infographic)

maandag 19 augustus 2013

E.H.B.K.I. (Eerste Hulp Bij KlasInrichting)

JUNI 2013
Met 25 waren ze.  De eenaatjes van vorig schooljaar.  Een volle klas.  Met tijden was 't druk.  Soms zelfs te druk voor twee ogen.  Toen ik het vorige schooljaar startte, had ik plannen.  Dingen die ik wilde gaan doen.  Nieuwe werkvormen, extra differentiatie, meer hoeken, iPad integreren in de klaswerking.  Het werd een druk schooljaar.  Vijfentwintig zesjarigen krioelden door maan-roos-vis, splitsen en schrijfmotoriek.  Soms was het overzicht ver zoek.  Ik vond niet altijd de ruimte om te doen wat gepland.  Vijfentwintig paar voeten die hun weg zochten in de leerstof en werking van de lagere school.  Bij het afsluiten van de deur op 28 juni om 11 uur nam ik me voor om een vakantie lang na te denken over de indeling van het lokaal.  Mijn middelbare studie binnenhuisarchitectuur zou me hierbij helpen.


JULI 2013 
  Ik wil ruimte creëren.  Vrije plaats.  Voldoende afstand tussen de klasmeubels.  Ademruimte.  Werkruimte.  Beweegruimte.  Mocht het kunnen, mijn lokaal werd 2 meter breder en langer.  Het zou de klasorganisatie ten goede komen.  Ik heb grootse plannen voor de inrichting.  Kleur, licht, openheid, ruimte!  Het zullen er 21 zijn, die nieuwe eenaatjes.  Vier minder.  Die vier banken zullen onherroepelijk de deur uitvliegen.  Ik overtuig mezelf ervan dat ik ook zonder de tweede grote computertafel zal kunnen.  Mijn twee pc's passen absoluut op diegene die mag blijven.  Ik neem me voor mijn bureau ook deftig te houden.  Een goede en doordachte organisatie zal me hierbij helpen.  Snuisterend op Pinterest vind ik inspiratie met hopen.  Ik droom ervan.  Ideeën te over.  Stilaan begin ik moduleus te denken.  Zo kom ik erachter wat bij elkaar moet horen en in welke zone van de klas ik dat het liefst heb.



Ik neem me voor rekening te houden met de antwoorden op de volgende vragen:
- Waar geef ik de klassikale instructie?
- Hoe wordt de leerstof verwerkt?
- Welke taken krijgen de leerlingen als ze klaar zijn?
- Waar kunnen de leerlingen de materialen nodig voor hun werk vinden?
- Hoe werk ik het meest efficiënt gedurende een lesdag?

Ik zal moeten stilstaan bij de organisatie van het hoekenwerk, het zelfstandig werken, het maken van groepjes.  Bovendien wil ik een krachtige leeromgeving creëren tijdens het schooljaar.  De gang van zaken zal bepaald worden door een goede organisatie. 

AUGUSTUS 2013
De deur gaat open.  Het licht aan.  De klas kreeg een erg grondige poetsbeurt.  Alles moest eraan geloven.  De kasten tegen elkaar.  De banken tegen de lange kast.  De stoelen op de kast.  De zithoekmat spoorloos.  Laat díe net de start zijn van mijn gewoonlijke klasinrichting.  Eens die mat er ligt, kan ik beginnen puzzelen, schikken en herschikken.  De zithoek blijft op dezelfde plaats als anders.  Dicht bij het raam.  Licht.  Na een rondvraag duikt het kleed ineens op in de handen van een lieve poetsvrouw.  De werken kunnen starten.  Computertafel vlak tegen de achtermuur, boekenkast ertegen.  De materialenkasten omranden de zithoek.  De bankjes doordacht in drie groepen van zes, met een laatste vierde rij van drie bankjes.  Het werkhoekje op zijn plaats.  Tussendoor uiteraard alles opnieuw aanschouwend.  Schikken en herschikken.  Opnieuw tijd om alles te aanschouwen.  Is er plaats genoeg?  Zullen er 42 kinderbenen voldoende wandel- en vooral ook werkruimte hebben?  Het lijkt me goed zo!  Ik ben tevreden.  De voorbereidingen kunnen beginnen.

HULP! 
Om de banken goed te schikken kunnen voorbeelden welkom zijn.  Op Classroom Desk Arrangement vond ik verschillende opstellingen gerangschikt naargelang het aantal leerlingen.  Erg blikverruimend.  Wie "classroom arrangement" ingeeft als zoekwoord in Pinterest, krijgt een heleboel borden te zien die inspiratie kunnen bieden.  Om zelf aan de slag te gaan, kan Classroom Architect helpen.  Een erg eenvoudige tool met basisvormen die je kan helpen om een start te maken bij het inrichten van je lokaal.


Voor leerkrachten die net zo gezwoegd hebben als ik met het inrichten van hun lokaal, organiseert Teaching Channel een wedstrijd: Show Off Your Classroom.  Door het inzenden van een foto van (een fragment van) je klas maak je kans op een iPad of flipcamera.  Ik twijfel nog vanuit welke hoek ik mijn klas zal fotograferen.




BRONNEN:
http://www.ontwerpatelier.nl/etalage/pages/ActiefLeren/Leomonasa/effectiefleren/klassenmanagement.htm
http://www.jufmaike.nl/inrichting-van-je-lokaal/
https://www.teacherschannel.nl/infopage/12/
http://nieuwschooljaar.yurls.net/nl/page/

vrijdag 2 augustus 2013

ICTtip #3: QR-codes

Vorige week kreeg ik via Twitter een bericht van Bram Faems met de vraag of ik zin had om iets te vertellen over QR-codes in de klas voor zijn ICTtip podcast.  De voorbije weken zag ik al 2 podcasts verschijnen: eenvoudige, verhelderende ICTtips die elke onderwijzer wel zou kunnen gebruiken.  Zo behandelt ICTtip #1 het navigeren van muziek op pc en ICTtip #2 het gebruik van Pocket.  Beide ingesproken door Bram zelf.  ICTtip #3 zou dus een interview worden.  Via Skype.  Met mij.  Als Skypegroentje was het toch eventjes spannend dit medium te gebruiken.  Toch smeet ik mezelf in dit 'avontuur'.  Ik installeerde Skype.  Onderwierp die aan de nodige test en vond mezelf er klaar voor.

Na er ondertussen een maandje uit te zijn geweest (vakantie/ technisch werkloos...) nam ik er toch maar even opnieuw het inspiratieboek bij.  De sessies op de ICT-dag zaten ondertussen ook ver weg.  De voorbereiding voor het interview verliep toch behoorlijk.  Enkele woorden op een blad.  Wat doedels errond.  Het was tijd om mekaar te bellen.




Ingelogd op Skype.  Bram toegevoegd.  Een korte "Ben je er klaar voor?" luidde het startschot.  Eerst de audio checken.  Bram lijkt ervaren.  Alle mogelijke stoorzenders (hond, gsm, ...) uitschakelen of verwijderen.  De nodige volumes regelen.  Oortjes zoeken en inpluggen.  Take 1: verwelkoming, intro over QR... draad kwijt.  Excuses.  "Geen probleem, we doen het opnieuw.  Probeer nog informeler te praten!"  Oei... iets wat blijkbaar niet mijn ding is.  Schrijven, praten, interviews, ... voor een publiek blijken allemaal wat formeel.  Na een vlotte "Dag Bram" in take 2 ging het wel wat beter.  Het ijs gebroken.  De toon gezet.  AN én net iets minder formeel spreken lukt tóch!  Praten over hoe ik werk in de klas ligt me wel.  Ik leerde eerder ook dat op ja-nee-vragen ook een langer antwoord mogelijk is.  Af en toe probeerde ik te verduidelijken waarover we het hadden.  

Toch verraste Bram me af en toe met zijn vragen en vooral kritische blik.  Erg fijn ook een andere kant benadrukt te zien.  Want wie met QR wil werken in de klas of op school is natuurlijk genoodzaakt een internetverbinding bij de hand te hebben.  Hoewel dat niet altijd geldt.  De meeste QR-generatoren hebben de mogelijkheid om van een tekst(je) een QR aan te maken.  Om deze tekst te decoderen heb je geen internet- of dataverbinding nodig.  Bovendien kunnen QR-codes die een tekst bevatten een speurtocht op school mogelijk maken.  Een kleine rechtzetting, dus.  Het was een aangenaam gesprek.  Bram weet waarover hij spreekt.  Hij geeft je voldoening in je werk.  Behandelt je correct.  Een uur na het Skypegesprek kreeg ik een mail met de opname.  De podcast was klaar voor de ether.  

Aandacht!  Aandacht!  ICTtip #3 over QR-codes in de klas:


 
Wat betreft de reclamewereld en de QR-codes in het straatbeeld ook nog even dit.  Ik kom regelmatig QR-codes tegen: op bussen, op affiches, flyers, straatstenen, achter vensters, ... .  Sinds ik me een jaar geleden verdiepte in de wondere wereld der QR vallen ze me steeds meer op.  Ik begin er een oog naar te krijgen.  Zoonlief en ik maken er wel eens een wedstrijdje van: 'om ter meeste QR's vinden!'.  Het valt me bij vele vaak op dat de QR niet goed wordt ingezet.  De link waarnaar verwezen wordt, werd vaak niet verkleind.  De code wordt te klein of te groot afgebeeld.  Vaak zijn ze ook te vinden op plaatsen waar je gewoon geen tijd of zin hebt om je smartphone boven te halen.  Nutteloos dus.  Ofte, net zoals een Facebookvriend reageerde: 
 Heel boeiend interview Ive ... klopt volgens mij ook volledig dat QR code voor reclame
op zijn einde lopen maar om informatie door te geven nog maar aan het begin staat.

Bedankt Bram, voor dit fijne interview en mijn Skype-ontmaagding.

maandag 1 juli 2013

"Laat je niet vangen door het web!"

Het behoort ongetwijfeld tot de taken van het onderwijs om kinderen hun weg te leren kennen in de technologische wereld. Hierdoor leren ze diverse toepassingen kennen die hen efficiënter laten leren én leven.  Bij deze kennis en vaardigheden, die de leerlingen al doende ondervinden, is een gepaste attitude wenselijk. “De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier”, lezen we in de eindtermen ICT.  Het is nodig kinderen kritisch te leren omgaan met media en informatie.  Zo kunnen ze groeien tot bewuste computergebruikers, met voldoende weerbaarheid. Ze worden zich bewust van hun digitale identiteit en zijn alert voor ongemakken.

Met dit beleidspunt in het achterhoofd was de stap naar veilige internetlessen snel gemaakt.  Net als vorig schooljaar voelde ik mezelf als ICT-coördinator op onze school aangewezen om de leerlingen enkele lessen over de wondere webwereld te presenteren.  Samen met de zorgcoördinatoren kozen we vorig schooljaar om deze lessen vanaf het 4de leerjaar te organiseren.  We bekeken toen ook de globale inhoud ervan.  Het zou over cyberpesten gaan.  Over digitale identiteiten ook.  We zouden ze doen nadenken over de mogelijke gevaren van het internet en sociale media.  Er ontstond een discussie: wat doen we met Facebook?  Hoewel nog geen 13 waagden veel leerlingen zich al wel op deze sociale mediatrein.  Ik mocht hen confronteren met wat zij op het internet, en dus ook sociale media, te grabbel gooien.  Foto's, filmpjes, statussen, uitspraken, ... alles kon de revue passeren.

Een confrontatie wérd het.  Blozende wangen bleven niet uit.  In de veilige omgeving van de klasgroep en met de juiste afspraken kwam de boodschap al gauw over: het internet vergeet niet!  We stelden ook dat privacy belangrijk is.  Deze privacy begint echter bij de online gebruiker.  Hoe beter hij gewapend is, hoe veiliger hij kan surfen.  

De 4de en 5de klassers van vorig schooljaar kregen nu opnieuw dus de lessen veilig online. Samen met de collega's van de 3de graad sprak ik af hen een anoniem invulformulier te mailen over hun internetgedrag.  De mail zou van een fictief onderzoeksbureau komen die de opdracht kreeg jongeren te bevragen over hun online veiligheid.  Een valstrik!  We waren erg benieuwd hoe de leerlingen erop zouden reageren.  Zouden ze hun paswoord geven?  Zouden ze hun adresgegevens publiek maken?  Om hen nog meer te triggeren werden mooie prijzen beloofd aan de inzenders.  Het werd spannend afwachten tot de eerste inzendingen binnen kwamen.  Een week na doorsturen kreeg ik slechts 2 reacties.  Beide met slechts enkele zaken ingevuld.  Geen privégegevens, geen wachtwoorden, geen adressen, zelfs geen telefoonnummer of naam.  Een teleurstellend laag aantal.  Hoewel... Enige trots maakte zich meester van me.  De veilige internetlessen van vorig schooljaar hebben hun resultaten geboekt.  De leerlingen bewijzen opnieuw zich bewust te zijn van hun online leven.  




Van de leerkrachten 3de graad kreeg ik een ganse namiddag.  Met een presentatie en enige interactie zouden we de inhoud van vorig schooljaar herhalen.  Aangevuld met nieuwe zaken.  Het internet staat trouwens niet stil.  Op een jaar tijd kan heel wat veranderen.  Het voorbije jaar ontdekten heel wat jongeren bij ons op school online games als Go SuperModel.  Het leek me erg belangrijk om ook bij deze virtuele werelden even stil te staan.  Dankzij enkele interessante artikels op Kennisnet waagde ik mezelf een halve expert te noemen op dit vlak.  

Opvallend tijdens de sessies over veilig online is dat de kinderen met heel veel vragen zitten.  Het is een voor hen behoorlijk nieuwe wereld waarin je jezelf kan smijten.  Voor je het weet, kan je er verloren lopen.  Het viel me ook al eerder op hoe (sommige) ouders omgaan met sociale media.  Alsof heel het dagboek online mag staan.  Zo begon ik ook mijn toespraak.  De ouders leerden nooit om veilig en bewust om te gaan met de nieuwe media.  Aan de kinderen om hun ouders er wegwijs in te maken.  Aan de ouders om hun kinderen sociaal bewust te maken.  Erover praten is belangrijk.  Tijdens het speelkwartiertje stond ik daarom ook open voor vragen van de leerlingen.  Sommigen maakten een afspraak om hun probleem op een later tijdstip samen te bekijken en op te lossen.  

Interessante lessen.  Zowel voor mezelf als voor de leerlingen.  Het is duidelijk dat kinderen er nood aan hebben.  Open communicatie over online leven.  Volgend schooljaar opnieuw!

(in een volgende blogpost omschrijf ik het werken met het veilig online spel in het 4de leerjaar)

woensdag 17 april 2013

QR in de klas > een themablog

In februari 2013 gaf ik op de 22ste ICT-praktijkdag voor de eerste keer de sessie QR-codes in de klas gebruiken.  Tijdens de voorbereiding hiervan merkte ik dat al heel wat collega's hun stappen zetten in het gebruik van QR in hun klas.  Op allerhande manieren maken ze graag duidelijk aan ieder die het lezen, horen, weten... wil hoe zij QR integreren in de klaspraktijk.  Ik passeerde blogs, Pinterest, Flickr, Youtube, Picasa, Facebook, Yurls, Twitter en een hoop andere media.  Om al dat nuttigs te bundelen, startte ik een eigen QR in de klas-Yurlspagina.

De sessie zelf was een verrijking.  Er hing heel wat inspiratie in de lucht.  We leerden van en met elkaar.  Iedereen had inspraak.  Iedereen zijn ideeën.  Sommigen ook vragen.  Er werd op elkaar ingespeeld.  Mooi om zien, nog mooier om er deel van te mogen uitmaken.  We namen de ideeën mee.  Om collega's te overtuigen. De tijd was te kort.


Het verhaal mocht nog niet stoppen.  Zo bleek ook uit de fijne reacties die na de sessie kwamen.  Eén van die reacties bleef door mijn hoofd spoken:

"Misschien nog een manier vinden om de ideeën of voorbeelden die men in de les aangebracht heeft nog beter te delen."
Het werd de start van een lange denkweg.  Een wiki zou mogelijk zijn.  Al is mijn ervaring daarin behoorlijk klein en de tijd vrij beperkt om dit voor mij nieuwe medium uit te zoeken.  Bloggen dus!  Een QR-blog waarbij geïnteresseerden een eigen login krijgen en hun QR-ervaringen, -opdrachten, -werkbladen of -activiteiten kunnen delen.  De blog vind je door op onderstaande afbeelding te klikken.




Als je interesse, ideeën of materiaal hebt, stuur me gerust een mail.  Dan mail ik je een uitnodiging om mee te QR-bloggen.

zaterdag 13 april 2013

Hoera voor het internet!

"De baas van internet moet wel heel slim zijn."  Een van de geweldige hersenspinsels van een eenaatje enkele weken terug.  Maar nog niet zo gek bedacht.  Het volledige wondere web bekijkend, ligt er voor iedereen wel enorm veel te rapen.

Internet is een bron aan informatie.  Maar daarenboven kunnen we er ook allemaal ons ei op kwijt.  Het is een communicatiemiddel en tegelijkertijd een ontwerptool.  Op zich zijn die ICT-eindtermen nog niet zo slecht bedacht.  Voor elk doel liggen de webmogelijkheden voor het rapen.  

(Afbeelding: Tripwire Magazine)


Met het internet kan je dus ontzettend veel.  Je kan gaan zoeken, delen, vormgeven, samenwerken, in interactie gaan, ontwikkelen, ...  In mijn functie als ICT-coördinator krijg ik wel eens de vraag wat mogelijke internettoepassing zou kunnen zijn voor een bepaald lesonderdeel of -activiteit.  Mijn avondlijke omzwervingen op het net leveren vaak pareltjes van tools op.  Vooral voor mezelf, maar ook voor collega's en iedereen die het horen wil, bundel ik deze in een soort mindmap.  Pearltrees is een handige tool om al je links gestructureerd en zo overzichtelijk te houden.

Het vinden van de structuur bleek erg eenvoudig: de eindtermen ICT.  Om in deze ICT-doelen nog meer inzicht te brengen, maakte ik aparte rubrieken die het eenvoudiger maken de juiste tool te vinden. Ondertussen mag ik al spreken van een aardige boel toepassingen die in het onderwijs nuttig kunnen zijn.  Al besef ik dat ik met deze verzameling ongetwijfeld slechts het topje van de ijsberg aanraak.  Een steeds groeiend proces, zeg maar.  Wanneer ik nieuwe middelen vind, nodig heb of daar zin in heb, voeg ik er nieuwe bij.  Via dit blog wil ik de verzameling graag delen.  Onder het tabblad 'ICT in de klas' vind je de pearltree.  Bij sommige toepassingen vind je ook een mogelijke invulling in de les.  Het is natuurlijk aan de gebruiker om met de internettool aan de slag te gaan.  ICT kent geen grenzen, net als het internet.  De grenzen van het ICT-onderwijs worden echter bepaald door de leerkracht die ermee omgaat.  


Regelmatig hoor ik de handen-in-de-haren-vraag: "ICT in de klas, ok.  Maar waar vind ik alle toepassingen die onmiddellijk bruikbaar kunnen zijn?"  Er bestaat inderdaad een overvloed aan ICT- & internettoepassingen.  Uitzoeken welke de goede of zelfs de beste zijn, is als zoeken naar een speld in de denkbeeldige hooiberg.  
Om door de bomen het bos al wat meer terug te kunnen vinden, verzamel ik heel wat tools in onderstaande 'PearlTree'.  Toepassingen die bruikbaar zijn in het onderwijs.  Enkele ervan kregen al een korte uitleg of voorbeeld.  De tools werden gecategoriseerd op ICT-eindterm.  Het is aan de gebruiker om te bepalen welke ICT-doelen bereikt kunnen worden bij een bepaalde les, om vervolgens in de 'tree' op zoek te gaan naar een gepaste toepassing.
Heb je een van onderstaande tools eerder al gebruikt, en wens je je activiteit graag te delen?  Ken je nog andere bruikbare tools?  Mail me gerust! Ik plaats het online.